Belgisch andijvie, in het Nederlands bekend als witloof of witlof ("wit blad"). Het heeft een kleine kop en crèmekleurige, bittere bladeren. Het wordt volledig ondergronds of binnen in de afwezigheid van zonlicht gekweekt om te voorkomen dat de bladeren groen worden en opengaan (etiolatie). De plant moet net onder het grondoppervlak worden gehouden terwijl het groeit, waarbij alleen de top van de bladeren wordt weergegeven. De zachte, romige witte bladeren kunnen geserveerd worden gevuld, gebakken, gekookt, gesneden en gekookt in een melksaus, of gewoon rauw gesneden. De zachte bladeren zijn licht bitter; hoe witter het blad, hoe minder bitter de smaak. Het hardere binnenste gedeelte van de stengel aan de onderkant van het hoofd moet voor het koken worden uitgesneden om bitterheid te voorkomen. België exporteert witloof naar meer dan 40 verschillende landen.