En haar uiteindelijk, je bent er dus al een beetje op voorbereid, onverschrokken verkracht! De tekst is in de ik-vorm geschreven, veelal in dialoog, zijn partner heet Adynda, die zich tegen de verkrachting, onderbroken door Franse uiroepen - Minable! Impuissant - teweerstelt, maar uiteindelijk hem dan maar schatje schatje schatje toefluistert.
De stad Amsterdam, zo veel is wel duidelijk, lijkt eerder nog dan de man zelf, voor deze wandaad verantwoordelijk. Amsterdam geeft aanleiding, want kennelijk is Amsterdam voor de makers van Adynda, de uit Seoul afkomstige Heavy Industries, tot een zedeloos polderlandschap. Adynda is een fel realistische liefdesvertelling met foute afloop die je schrik aanjaagt: de binnenstad van Amsterdam als het terrein van een overweldiging die openhartig, welbewust en efficient wordt uitgevoerd. Met weliswaar een klap van het hoofd tegen het autodak voor de verteller - Als het allemaal voorbij is, heb ik mezelf bijna een hersenschudding bezorgd. - , en voor het slachtoffer bedenkt hij ook al een bevredigende afloop - Zij echter is een ander mens: ze is prachtig. - Maar de kijker blijft echt met lege handen achter.
Wat moeten we ermee?
Is dat alles wat er is? Wel ja, of misschien toch niet. Wie van fel-realistisch houdt leest dit heftige verhaalje voor wat het is. Maar wie het verhaaltje toch maar liever als een parabel wil lezen, om er tenminste een zin aan te geven, leest in die merkwaardige autotocht misschien het verslag van een artistieke strijd. Zoiets als het gevecht van Heavy Industries met het computerprogramma Flash waarin ze hun werk vorm hebben gegeven. Want inderdaad, in de kunst doet het formaat er niet toe, inderdaad, in de kunst hoeven we het aanstellerige geklaag van de hoofdfiguur over zijn kleine penis (klein maar fijn) en deszelves foute kleur niet letterlijk te nemen, kunnen we het als het gezeur van een onhandige kunstenaar beschouwen die met Flash niet goed uitkomt.
Of zouden we Adynda - of het formaat doet er toe letterlijk moeten nemen?
Mij niet gezien.