De werken in de tentoonstelling reflecteren op verschillende typen geluid, lied en muziek, variërend van achtergrondmuziek, het volkslied, de Islamitische oproep tot gebed en experimentele (concert) muziek. Impliciete arrangementen en processen in de productie, receptie of consumptie van deze verschillende soorten muziek worden onderzocht door verschillende artistieke strategieën, wat weer implicaties heeft binnen de veelbesproken kwestie van culturele en sociale identiteit, die hier onlosmakelijk mee verbonden is. Alle kunstwerken in deze tentoonstelling houden zich op een of andere manier bezig met muziek in het (semi) publieke domein zoals het kerkhof, de kerk, school en kunstinstelling.
Deelnemende kunstenaars For the Birds
Emily Bates (UK/Amsterdam) presenteert het eerste deel van haar doorlopende project The Nurturing Island, een serie zwart-wit foto’s met audio track. Het werk is gebaseerd op een onderzoek naar een tropisch eiland in het zuiden van Japan, waar alle dorpen gebruikmaken van een publiek omroepsysteem. Door de dag heen worden op gezette tijden mededelingen omgeroepen als herinnering en betekenisgever. Elk dorp selecteert specifieke melodieën en schema’s die per seizoen variëren. The Nurturing Island project onderzoekt dit systeem, en zijn relatie tot de fysieke context van het eiland en zijn gemeenschap.
Justin Bennett (UK/Den Haag) presenteert een nieuwe audio-installatie gebaseerd op radio-archiefmateriaal van het Holland Festival in Amsterdam in 1969. De opvoering van Karlheinz Stockhausens werk Stimmung werd verstoord door mensen uit het publiek. Eerst door op ‘muzikale’ wijze te participeren, daarna door te applaudisseren terwijl het stuk nog bezig is. Na de zoveelste onderbreking ontstaat er een verhitte discussie over publieksparticipatie tussen het publiek en de organisatie en tussen het publiek onderling.
Luke Fowler (Glasgow) toont Pilgrimage from Scattered Points, een subjectieve documentaire film over de componist Cornelius Cardew (1936-81), een van de leidende figuren van de hedendaagse muziek in Groot Brittannië. Cardew werkte als assistent van Karlheinz Stockhausen, was lid van de groep AMM en heeft het Scratch Orchestra opgericht. Cardew arrangeerde talrijke happeningachtige concerten met amateurmuzikanten op verrassende locaties. Later stopte hij echter met het maken van kunstmuziek en concentreerde zich op arbeidersliederen en was nauw betrokken bij andere vormen van politiek activisme. Fowler's film verkent niet alleen een geëngageerd onderwerp, maar werkt als een verrassende en originele audiovisuele collage.
Haroon Mirza (Sheffield/London) toont een installatie bestaande uit twee elementen: Birds of Pray, een sculpturale audio-omgeving en Adhãn, een videoprojectie. Net als het lied van de Sirenen uit de Griekse mythologie, is Adhãn gebaseerd op een oproep, in dit geval de Islamitische oproep tot gebed. Het werk introduceert hiermee complexe ideeën over de relatie tussen religie en dood. Terwijl religie voor de gelovige de mogelijkheid van transcendentie biedt, zien het humanisme en atheïsme de functie van religie toch vooral als een manier om individuen helpen om te gaan met emotionele onzekerheid over het oncontroleerbare.
Vladimir Nikolic (Belgrado) presenteert de video Death Anniversary, het resultaat van een reis die de kunstenaar maakte naar Montenegro. Hier zoekt hij naar een zangeres om een ‘dirge’ (rouwlied) te zingen voor Marcel Duchamp aan het graf van deze beroemde kunstenaar in Rouen, Frankrijk. Eén zangeres, wier gezang zijn begrip van Duchamp het meest accuraat weergeeft, reist met hem naar Frankrijk waar ze een dirge zingt aan het graf. De dirge is geschreven in samenwerking met de kunstenaar. Gebaseerd op een locale artistieke traditie die dreigt uit te sterven, biedt Nikolić’s video een ironische kijk op de zelfperceptie van moderne kunst, die eens claimde los te staan van geschiedenis en traditie, maar nu zelf deel uitmaakt van diezelfde traditie.
Rory Pilgrim (UK/Amsterdam) presenteert Love in Uganda, een performance en installatie met betrekking tot een muziekstuk dat hij heeft geschreven als antwoord op de wet tegen homoseksualiteit die men in Oeganda wil invoeren. Het gaat om het implementeren van een historische wet ingevoerd door de Britten in de koloniale tijd. Pilgrim vraagt de Anglicaanse Christelijke Kerk en de Engels Verenigde Gereformeerde Kerk in Amsterdam het muziekstuk uit te voeren binnen de ruimte van de kerk. In SMART Project Space presenteert Pilgrim een installatie met onder meer de bladmuziek, de aankondiging van de performance en een vel papier met telefoonnummers van personen die betrokken zijn bij het invoeren van de wet – zoals het mobiele nummer van de Oegandese minister die de wet schreef. De telefoonnummers verwijzen naar het gebruik van de stem en spraak door het individu, als tegenhanger van de collectieve communicatie met muziek.
Support Structure is een project van Celine Condorelli en Gavin Wade met als doel te functioneren als architecturale interface tussen mensen en plaatsen. music for museums verandert het museum of de kunstinstelling van een plaats van consumptie in een plaats van productie. Het bestaat uit achtergrondmuziek ontwikkeld voor specifieke functionele ruimtes binnen de galerie en museale ruimtes zoals de lobby en de toiletten. Het werk bevraagt de zogenaamde neutraliteit van de hedendaagse tentoonstellingsomgeving, die juist als productieplaatsen bekeken worden. Bestaande culturele en commerciële typologieën van het museum worden uitgelicht om een kritische verhouding te stimuleren met ‘functionele muziek’. De commercieel verkrijgbare CD bevat muziek van 718, Yan Jun, Zafka, Isambard Khroustaliov en ISAN en werd uitgebracht bij Kwanyin records. SMART Project Space is op dit moment aan het onderhandelen met verschillende supermarkten om daar Support Structure’s project music for shopping malls af te laten spelen.
Katarina Zdjelar (Belgrado/Rotterdam) toont het videowerk Don’t Do It Wrong die onderzoekt hoe sociale rituelen bouwen aan een gevoel van thuishoren en dit propageren. Gefilmd in een basisschool in Istanbul, volgt het werk een dagelijks ritueel waarin de directeur en staf het hijsen van de vlag ‘s ochtends choreograferen. Dit is een dagelijks ritueel op alle Turkse basisscholen en in het leger sinds de jaren 20 van de vorige eeuw. Dit werk onderzoekt hoe dit soort bindings- en hechtingsprocessen aan een collectief gevoel werken. Het focust op de manier waarop macht is opgelegd en uitgeoefend, het institutionele mechanisme van het implementeren van een nationaal eenheidsgevoel weergevend.