De Ramboïden
Met het verdwijnen van het lokaliseerbare strijdtoneel ten gunste van de virtuele oorlog van de be/ontwapeningswedloop, duikt de figuur van Rambo op. Als antwoord op de succesvolle tactiek van het junglecommando van Ho Chi Min, is hij de belichaming van het uiteenvallen van het geregelde leger. Hij verklaart de oorlog aan de 19de eeuwse bevelsstructuur die in de elektronica een 20ste eeuwse vorm had gekregen. Het leger, niet langer in staat een oorlog te voeren omdat het deel is geworden van de afschrikking, vervang hij door zelf oorlog te worden. Nadat de frontsoldaat zijn lichamelijkheid was kwijtgeraakt in de Materialschlacht en in de oer-elektronica van de Blitzkrieg, hervindt hij zijn beeld als media-consument in het anabole steroïde lijfwerk van de Ramboman (die alles kan). Zijn tooi neemt museale vormen en gebruiken op, die het antropologische conserveringskolonialisme had meegenomen uit het trieste der tropen. Haar populariteit dankt deze klederdracht aan televisie-deskundigen en boekenclubs. De Rambo combineert de uitdossing van de pre-mediale krijgers met de efficiéntie van de modernste compact-wapens. Maar zijn lokatie is het bewust zijn van de homebox-gebruiker. Opgesloten in de imaginaire werkelijkheid van het beeldenrijk, is hij veroordeeld een mediale krijger te zijn. Zijn opdracht is niet het bevrijden van onderdrukte volkeren, zoals de guerilla-strijder die voor ogen heeft. Het gaat hem om de coming-out van zijn eigenheid, waar de toeschouwer zich in kan spiegelen. OM zijn subjectiviteit in zijn identiteit gestalte te geven, moet hij zonder politieke of agressieve motieven telkens terugkeren naar het front om herboren te worden als volwaardig individu. In de onzichtbaarheid van de permanente oorlog doet hij zich voor als het storende element dat een folklorisch geworden strijdlust uitraast. Maar in een toestand van totale wereldvrede kan hij niet meer zijn, dan een nostalgische identificatie van kijkers met de acteurs die ze zelf niet meer zijn.
De Zwarte Hand
Alles wordt geregistreerd. De gebeurtenissen worden vastgelegd als bewijsmateriaal en aangewend als wapen van de informatie-oorlog. Dit gebeurt zowel op lange afstand middels militaire satellieten en telezoom, als op korte afstand met amateuristische fototoestellen en videocamera's. Toch bestaan er in deze tijden van totale transparantie nog steeds clans, die doen alsof ze hun privacy willen koesteren als onaantastbaar privilege: de maffia, schietende soldaten, autonome reltrappers, koningshuizen en andere geheime genootschappen. Zij omringen zich met body-guards die optreden als anti-mediale krijgers. Deze moeten functioneren als zwarte gaten die media-materia naar zich toe zuigen om zo de gebeurtenis te laten verdwijnen. Maar in de praktijk blijken het persmagneten te zijn en heimelijk genieten ze ervan wanneer hun anonimiteit doorbroken wordt en hun gezicht in beeld komt. Ze voeren een heroïsch gevecht op, in het niemandsland tussen media en klassieke werkelijkheid. We krijgen hen te zien op de laatste filmrol waarin de hand de camera wegduwt, de soldaat zijn geweer op de kijker richt en schiet, of de verordening getoond wordt dat niet verder gefilmd mag worden. Dit lijkt anti-reclame, die faalt doordat verboden beelden bij de informatie-distributeurs de hoogste marktprijs vertegenwoordigen. Deze tonen immers aan dat de Glasnost op wereldschaal nog een work in progress is dat de media bestaansrecht hebben. Zolang er mensen zijn die suggereren dat de almacht van de camera te stuiten is, groeit haar alomtegenwoordigheid. Op alle fronten waar de media nog ongeregistreerde gebeurtenissen kunnen veroveren, is het motto: anti-reclame is reclame. Tot het moment dat de media bij gebrek aan authentieke regio's zelf hun eigen onthullingen moeten gaan verhinderen en krijgers in dienst nemen om de kijkers hun beelden te onthouden.
De Tekenmeesters
In het universum van de mediale netwerken bestaat er geen verticale relatie tussen de tekens en de realiteit, maar alleen werkelijkheid. De meta-realisten weten dit en zoeken naar passwords om binnen te dringen in deze matrix. Enerzijds zijn er de data-makers en anderszijds de data-reizigers. beiden zijn mediakrijgers. Vanuit een buitenmediaal standpunt lanceren de data-makers tekens, om een publieke werkelijkheid op het beeldscherm tot stand te brengen. Hun oogmerk is de wereld te veranderen, vanuit het geloof dat informatie de mentaliteit aantast. Zij strijden tegen racisme, seksisme en milieuvervuiling via data-manipulatie en imago-beschadiging en vermijden lichamelijke botsingen met de politionele macht. Zij hebben de media nodig voor hun blokkades, inbraken, riots en popconcerten. Ze gaan echter een stap verder dan de kritische generatie, die met discussiebijdragen de media-macht wilde bestrijden.n Deze orale cultuur is thans vervangen door de spectaculaire beelden van de media-werkelijkheid en de actievoerders zijn daarom teken-kunstenaars geworden. Ook de datareizigers kunnen niet zonder de media. Als toeristen met de snelheid van het licht doen hackers in een flits andere werelddelen aan. In dit zesde continent zonder geografische beperkingen is de lijfelijke inspanning vervangen door de sensatie dwars door de bewakingsprogramma's heen te breken. Zoals de klassieke toeristen hun naam kerfden in Florentijnse fresco's, laten deze pioniers van het elektronische nachtbraken hun chiffres achter in de verboden regionen van het planetaire netwerk. De overgang van naam naar virus is het begin van de emigratie naar dit land van de onbeperkte mogelijkheden. Hun Trojaanse paarden zijn tekens die een werkelijkheid sorteren. Als effecten bestaan ze bij de gratie van et verstoren van de arbitraire orde van het elektronische rijk. In een volgende fase zullen de cyberpunkts als outlaws in data-land gaan wonen. Ze worden zelf tekens, die hun lichamelijke dood overleven als flatline die in de vorm van een hidden file is opgeslagen. Een volgende generatie van actie-acteurs en apocalyptische cyberpunks zal de buiten-mediale doelstellingen loslaten en binnendringen om het enige buiten te realiseren: de totale delete.
De Afwezigen
Die unsichtbare Krieger werden ein Spiegel des Schicksals gewesen sein (Berlijnse wijsheid). Er bestaat een gerucht over de gelukzaligen die zich buiten de horizon van de gebeurtenissen ophouden, die zich achter de geschiedenis hebben verstopt. Zij kunnen de media betrachten, zoals wij naar het beeldscherm kijken. Onder hen bevinden zich de extra-mediale krijgers. Hun tijd-ruimte loopt parallel aan de onze en heeft hoogstens één of meerdere aanrakingspunten. Net als de klassieke krijger beheersen zijn de kunst, de leegte in te gaan om vandaaruit in onverwachte realiteitsslagen op te doemen. Hun wegen zijn voor het media-oog onzichtbaar, omdat ze acteren in een dimensie die hooguit door de horizontale tekenstromen heen snijdt. Op deze snijpunten ontstaan de rampen in het mediale tekenverkeer, die verschijnen als terroristische acties vanuit het andere circuit. De media stellen zich ten doel, nadat het universum zichtbaar is gemaakt, ook deze raakvlakken aan het praten te krijgen. Maar de krijgers antwoorden slechts op niet-gestelde vragen die de media het zijwegen opleggen. Ze dienen zich aan als de sneeuw die de beeldorde oplost. Het ruisen van het beeld is hun ultieme informatie.