Manovich bespreekt nieuwe media aan de hand van de conventies van de oude media, zoals het rectangular frame en de mobiele camera. Hij laat zien hoe de nieuwe media de illusie van werkelijkheid wekken, en zich rechtstreeks tot de gebruiker of kijker richten. Hij analyseert ook categorieën en vormen die uniek zijn voor nieuwe media, zoals interface en database.
Manovich gebruikt begrippen uit de filmtheorie, kunstgeschiedenis, literatuurwetenschap, en informatica en ontwikkelt ook nieuwe theoretische concepten, zoals culturele interface, ruimtelijke montage, en cinematografie. De theorie en de geschiedenis van de cinema spelen ook een bijzondere en belangrijke rol in het boek. Manovich bespreekt paralellen tussen de geschiedenis van film en nieuwe media, digitale cinema, scherm en montage in film en nieuwe media, en de historische banden tussen avant-garde film en nieuwe media.