Het enorme sociale apparatus van een computer network heeft mensen op verschillende manieren voorzien van afgestemde technologie. De intimiteit van de mens- computer interface maakt het mogelijk om technologie te onderscheiden van de sociale en culturele aspecten van het mens zijn. De naam van dit proces met behulp van technologische middelen is cybercultuur. Dit boek laat zien hoe lang cybercultuur op zich heeft laten wachten.
De medewerkers aan het boek onderzoeken teksten uit de cyberculturele praktijk en theorie inclusief Plato's " Simile of the Cave"; the Renaissance Ars Memoria; Descartes's Meditations (on the mind-body split); Mary Shelley's Frankenstein; Alan Turing's Computing Machinery and Intelligence; Philip K. Dick's Man, Android, and Machine; William Gibson's Neuromancer; en Arthur C. Clarke's Profiles of the Future.
In het laatste deel van het boek onderzoeken kunstenaars hoe cyberculturele thema's zijn opgenomen en bekritiseerd in elektronische kunst.