book: Frank Popper 1 jan 2007

From Technological to Virtual Art

Frank Popper speurt in dit boek naar de ontwikkeling van interactieve nieuwe media kunst door te kijken naar historische antecedenten door middel van digitale, multimedia en netwerken van hedendaagse kunst.

Popper toont aan dat de hedendaagse virtuele kunst een verdere verfijning is van de technologische kunst van de late twintigste eeuw maar tegelijkertijd ook hiervan afwijkt. Wat er nieuw is aan deze nieuwe media kunst is de humanisering van de technologie, de nadruk op interactiviteit, het filosofisch onderzoek naar de echte en de virtuele en multisensorische natuur. Wat virtuele kunstenaars onderscheidt van traditionele kunstenaars is hun gezamenlijke inzet voor esthetiek en technologie. Hun extra-artistieke doelen zijn gekoppeld aan esthetische bedoelingen maar ook aan menselijke behoeften en drijfveren.

Het definieren van virtuele kunst in grote lijnen, door middel van een interface met technologie, om ons te verdiepen in het beeld en daarmee ook op elkaar inwerken. Popper identificeert een esthetisch-technische logica van de schepping, een artistieke expressie via technologie integratie. Na het beschrijven van antieke voorlopers van virtuele kunst 1918-1983, waaronder kunst die licht en beweging gebruikte, Popper kijkt naar de hedendaagse nieuwe media vormen en kunstenaars. Hij kijkt naar een groot aantal kunstenaars als John Maeda, Jenny Holzer, Brenda Laurel, Agnes Hegedus, Stelarc, en Igor Stromajer. De biografische gegevens die zijn opgenomen versterken Popper's idee dat de technologie wordt gehumaniseerd door kunst. Virtuele kunst, zo betoogt hij, biedt een nieuw model voor het denken over humanistische waarden in een technologisch tijdperk.

Vergroot

(nomen nescio) -

459

978-0-262-16230-2

5.1 POP