Tussen alle zorgen, kritiek en omarmingen van Realkrieg die navo's Kosovo-offensief oproept, bevindt zich deze constatering: dat de krijgsmacht haar invloed uitoefent in de civiele media, maakt het niet vanzelfsprekend dat civiele partijen die invloed tegen kunnen gaan. Integendeel. De Westerse berichtgeving wordt beheerst door navo's retoriek van humanitaire interventie - gepresenteerd als een sociaal-ethisch en geen door machtspolitiek gemotiveerde onderneming. En in dat licht lijken strijd om het bestaan, liefdadigheid, en informatieconsumptie (al dan niet kritisch) de enige relevante burger-initiatieven. Op dit moment is het onwaarschijnlijk dat kritische stemmen zich zullen bundelen in een anti krijgsmacht campagne. Maar zelfs los van de propaganda-kwestie, is de keuze voor een open, onvijandige vorm van communicatie, tegen de militaire invloeden in, nu in een ander licht komen te staan. De vernietigingsmachine van Milosevic, maar ook die van de navo, maken de keuze van burgers voor een vreedzame media-strategie tot op zekere hoogte irrelevant. Het is een millennia-oude wet: wie de baas is op het slagveld (krijgsmachten en politieke opperbevelhebbers), is de baas over het hele land. Toch blijft die keuze, als enige duurzame keuze, van belang. Daarom is dit artikel over InfoWar, hoe misplaatst ook, afgedrukt zoals het in november 1998 geschreven is.
Dinsdag 8 september 1998, 10:00, militaire experts, mediatheoretici, net-activisten, wetenschappers en journalisten betreden een zaal in het Brucknerhaus, Linz. Ars Electronica, het jaarlijkse festival voor Kunst, Technologie en Samenleving, heeft hen uitgenodigd om de komende twee dagen een positie in te nemen op het slagveld van de informatieoorlog. Of het tijdens het symposium daadwerkelijk tot een confrontatie gekomen is, weet ik niet. Ik ben er niet bij geweest. Wel kan ik vertellen dat je het woord oorlog letterlijk mag opvatten. Ze meenden het serieus in Linz: een kwart van de sprekers is direct betrokken bij het nationaal defensiebeleid en Ars Electronica's InfoWar website (www.aec.at/infowar/NETSYMPOSIUM/links.html) linkt naar het Pentagon, InfoSecurity News, het College of Aerospace Doctrine, Research, and Education, en het Air Power Journal.
InfoWar is een door het us Department of Defense (dod) gehypete term voor defensieve en offensieve operaties in de informatieruimte, van alledaagse surveillance praktijken tot catastrofale aanslagen op militaire, economische, politieke en sociale netwerken. Tegen het gebruikelijke beleid van geheimhouding in, hebben hooggeplaatste militairen de nieuwe strategie met verbazend weinig terughoudendheid in de media gelanceerd. De slogan is goed voor spektakel en sensatie, en je kunt je dus afvragen of je Ars Electronica wel serieus wilt nemen. Sinds z'n ontstaan in 1979 is het festival tot een gevestigde speler uitgegroeid, moge een lijst geaffilieerde bedrijven daarvan getuigen: onder de sponsors van dit jaar bevonden zich Hewlett Packard Austria, Microsoft Austria, Silicon Graphics Austria. Medewerkers van Disney, Atari, Steven Spielberg's Amblin Entertainment en Interval Inc. zaten in de jury van de Prix Ars Electronica (verantwoordelijk voor het artistieke gedeelte van het festival). Waarom kiest Ars Electronica, dat zichzelf beslist een toonbeeld van vreedzame samenwerking kan noemen, oorlog als thema? Tijdens het InfoWar netsymposium, waar in de maanden rond het festival een redelijk levendige discussie plaatsvond, werd die vraag geregeld gesteld.
www.aec.at/infowar/NETSYMPOSIUM/ARCH-EN/index.html
Het lijkt enigszins gemakzuchtig, achterhaald en contraproductief om de discussie over technologie en samenleving onder het dreigende, o zo imposante vaandel van de Amerikaanse krijgsmacht te voeren.
Overal of Nergens
In our efforts to battle terrorism and cyberattacks and biological weapons, all of us must be extremely aggressive, aldus Bill Clinton op 22 mei 1998. Als Washington zich ermee bezighoudt, dan is het relevant, daar valt zeker wat voor te zeggen. De bloemlezing die naar aanleiding van het InfoWar symposium is uitgekomen opent met Cyberwar is Coming! (1991) (gopher.well.sf.ca.us:70/0/Military/cyberwar) door John Aquilla en David Ronfeldt, beide verbonden aan de rand Corporation, de denktank van het Pentagon. Het artikel dient als centraal referentiepunt in het InfoWar debat, zowel in de bundel als elders. Het doel van InfoWar is de structurele desorganisatie van vijandige communicatiesystemen. Het doelwit kan een staat zijn, maar ook een non-gouvernementele organisatie. Hetzelfde geldt voor de agressor. Daarmee speelt InfoWar zich in de samenleving af. Elk punt in het netwerk kan als uitvalsbasis of doelwit dienen. Onzichtbaarheid is een tweede eigenschap van InfoWar: het moment waarop informatie in disinformatie verandert kan volstrekt onopgemerkt voorbijgaan. InfoWar zit overal en waarschijnlijk zonder dat we het weten.
Gelukkig blijkt InfoWar een uiterst rekbaar begrip. De schrijvers van de bundel - 26 mannen, 2 vrouwen - doen hun voordeel met zijn kameleonkarakter en passen de term toe op de meest diverse conflictsituaties. Overheden, multinationals, media en burgercollectieven zijn continu in informatiestrijd verwikkeld. Op het spel staat niet zozeer good old soevereiniteit, maar marktaandelen, organisatieprincipes en wereldbeelden. Alles is InfoWar. En om het nog gecompliceerder te maken heeft InfoWar tegelijkertijd nauwelijks iets om het lijf. Aquilla en Ronfeldt geven al aan dat de opkomst van een nieuw soort oorlog goed van pas komt om de op stapel staande bezuinigingen op Defensie uit te stellen. De InfoWar illusie wordt verder ontmanteld in een bijdrage van Chris Gray, auteur van Postmodern War, The New Politics of Conflict (1997), een heldere, scherpe studie naar heden, verleden en toekomst van hi-tech oorlogsvoering. Hij beweert dat de Amerikaanse krijgsmacht na de Koude Oorlog in een legitimatiecrisis is geraakt. Bovendien heeft het bedrijfsleven haar pioniersrol op het gebied van technologische innovatie overgenomen. Om het miljarden vretende maar al te vaak op blunders uitdraaiende militaire ki onderzoek te redden, heeft het dod een reclamecampagne opgezet: InfoWar is Coming!
Don't believe de hype? De verleiding om in InfoWar niets meer te zien dan een holle formule, bekoelt bij het inzicht dat daarmee ook de tegenpartij, de subversieve acties van ongehoorzame burgers, geloofwaardigheid ontzegd wordt. InfoWar mag dan gehypet zijn door het dod, hackers en hun supporters roepen al jaren iets vergelijkbaars. Aan de andere kant roept geloof in de InfoWar een visioen op van een op wantrouwen gebaseerde cyberrace waarin staten, bedrijven en ngo's hun infowapen-arsenaal maar blijven en blijven uitbreiden. Een impasse? De schrijvers van de bundel trappen daar niet in. In gezelschap van journalisten, theoretici, militairen en activisten, verwacht iedereen de adem van een vijand in de nek, en voelt iedereen zich geroepen stelling te nemen. Dit is beslist een verdienste van de redactie. Toch wil het nog niet zeggen dat de posities ook op elkaar aansluiten. De bundel biedt een reeks ingrediënten die in combinatie tot strontvervelende patstellingen kunnen leiden: waar iedereen hoog van de toren blaast, maar niemand een zuchtje wind voelt. Maar ook tot smakelijke confrontaties tussen concurrerende projectontwikkelaars van de informatieruimte. Hoe de discussie in Linz verlopen is, kan ik niet met zekerheid zeggen, maar ik kan wel twee scenario's bedenken.
Spel 1: Rock 'n Ruin
Es schien daß man sich mit einem chicen, dem Zeitgeist entsprechenden Thema schmücken wollte, jedem echten Risiko aber dadurch aus dem Weg geht, daß die schützende Glaswand des Monitors zwischen sich selbst und die realen Gefahrenzonen gebracht wurde.
armin medosch 'Frontbericht vom Ars Electronica 98' de:Bug.16.10.98.
Manuel De Landa
We moeten de proliferatie van militaire methoden en technieken in de samenleving vooral niet zien als een totaal nieuw stadium in de Westerse geschiedenis. Krijgsmacht en burgerlijk leven (gezin + werk) hebben elkaar in de afgelopen eeuwen continu beïnvloed. De spoorwegen zijn bijvoorbeeld gebouwd met hulp van militaire ingenieurs.
Friedrich Kittler
Wat nieuw is aan InfoWar is dat spionage, communicatie, en oorlog-simulaties samenvallen in een mondiaal computernetwerk. Vanaf dat moment is informatie een wapen in zichzelf en dringt de strijd het sociale leven binnen. Dit wil niet zeggen dat het publiek mee mag vechten, maar dat de computerindustrie zich de oorlog toeëigent, over de ruggen van de gebruikers!
Douglas Rushkoff
We moeten en masse deelname aan de informatieoorlog weigeren. De big players hebben het Internet van een communicatiemedium in een informatiemedium veranderd (van twee- naar éénrichtings verkeer) en we zouden gek zijn als we daarin mee zouden gaan. Laat het bedrijfsleven de Info Wapen Race op hun eigen houtje uitvechten, en laten wij ons met communicatie bezig blijven houden.
Geert Lovink
Wat we nodig hebben zijn kleinschalige counter psy-ops tegen de dominante media.
Paul Virilio
Media-tycoons maken tegenwoordig de dienst uit in de politiek (de verkiezing van Berlusconi in Italië is een voorteken voor wat er in de rest van Europa en in de vs te gebeuren staat). Het betekent dat elke duurzame vorm van collectief verzet van nu af aan op een illusie berust, aangezien teletechnologie - het mediawapen bij uitstek - herinnering onmogelijk maakt en daarmee het delen van gedachten.
Igor Nicolaevich Panarin (nationale veiligheidsexpert in dienst van de President van de Russische Federatie)
Het optreden van overheden is beslissend in InfoWar. Om te voorkomen dat de situatie escaleert, zullen staten hun krachten moeten bundelen en onder leiding van de un een info-psychologisch veiligheidssysteem moeten ontwikkelen, dat wil zeggen de publieke opinie van een solide basis voorzien.
Michael Wilson (infrastructural warfare fields operations professional, adviseert zowel staten als multinationals)
Wij hebben een woord voor pacifisten: loosers. Een winnaar daarentegen beschikt over de volgende cognitive toolset: InfoWar draait om de beheersing van infrastructuren. Alles en iedereen is van infrastructuur afhankelijk; het is tegelijkertijd wapen, doelwit en oorlogsbuit. Zodra je dit ziet, kan je meedoen. Iedereen heeft tenslotte een pc.
Spel 2: Baby, you're out of time
Fantasie of werkelijkheid? Zowat alle sprekers op het symposium waren het erover eens dat ook dat InfoWar is: een andere definitie van oorlog waarbij het thuisfront een nieuwe invulling krijgt.
herman asselberghs;Voorbij de metafoor van de informatieoorlog' De Financieel-Economische Tijd, 19.9.98
Manuel De Landa
We moeten de proliferatie van militaire methoden en technieken in de samenleving vooral niet zien als een totaal nieuw stadium in de Westerse geschiedenis. Krijgsmacht en burgerlijk leven (gezin + werk) hebben elkaar in de afgelopen eeuwen continu beïnvloed. De spoorwegen zijn bijvoorbeeld gebouwd met hulp van militaire ingenieurs.
Gerfried Stocker (artistiek directeur van het festival)
We hebben de afgelopen decennia een historisch breekpunt bereikt: de samenleving van nu maakt vernietigingsoorlogen onwaarschijnlijk. Juist de verspreiding van van oorsprong militaire ict, heeft ertoe bijgedragen dat massale destructie voor de meeste economische en politieke partijen geen wenselijke optie meer is. In een mondiale infrastructuur heeft niemand er baat bij als er knooppunten wegvallen. Hier gaat het er niet om een ander uit te schakelen, maar om de kennis die hij heeft te verwerven en te beheersen.
Patrice Riemens
In de informatiesamenleving is het beslissend wie kennis bezit en wie niet. Bedrijven en overheden proberen de productie en distributie van kennis op alle mogelijke manieren in de hand te houden (bevordering van hiërarchie). Maar dit heeft ook een tegenbeweging opgeroepen. Hackers propageren een ander organisatieprincipe: ze eisen open kennissystemen (radicale democratie). Het wordt tijd dat we herkennen wie onze bondgenoten zijn!
Chris Hables Gray
Het staat nog te bezien in hoeverre de Amerikaanse krijgsmacht civiele netwerken zal kunnen beheersen. Defensie ontwikkelt zijn strategieën in de veronderstelling dat informatiestromen aan systemen opgelegd kunnen worden. Maar informatie verplaatst zich te snel en te chaotisch om simpelweg bestuurd te kunnen worden. De krijgsmacht mist het vermogen om InfoWar in de context van een hoogst veranderlijke samenleving te zien.
Ute Bernardt (information technology assessment expert)
InfoWar zal netwerken stilleggen en de samenleving verlammen. Daarom is het van het grootste belang dat hegemonie van de krijgsmacht in de informatieruimte voorkomen wordt. Militaire en civiele belangen staan haaks op elkaar. Dus het stomste wat we kunnen doen is het probleem van de kwetsbaarheid van netwerken door defensie laten oplossen. Het ontwikkelen van alternatieve concepten van kwetsbaarheidsreductie, is de eerste opdracht voor een civiele defensiebrigade. Om te beginnen zou het publiceren van veiligheidsstandaarden helpen om verrassingen te voorkomen.
Shen Weiguang (lid van het Financieel Comité van het Nationaal Volkscongres van China)
Er zal binnenkort een instantie op moeten staan die de territoriale grenzen van de inforuimte gaat bepalen. De krijgsmacht is daarvoor verreweg de meest geschikte kandidaat. Ze zal zich moeten bekwamen in informatietheorie.
George J. Stein (hoofd van de vakgroep Future Conflict Studies aan het usaf Air War College)
Oorlog is iets wat zich tussen staten afspeelt, de activiteiten van burgers hebben daar niets mee te maken. De cyberacties van tieners of oplichters zijn gewoon crimineel en moeten door justitie veroordeeld worden.
Uitslagen
Wie de regels van het spel bepaalt, bepaalt ook de uitkomst. Het eerste spel laat ik uitmonden in inertie van de gevestigde orde. De spelers raken geïsoleerd en de Info Wapen Race wordt door niemand aan banden gelegd. In het tweede spel verkent de civiele partij met succes nieuwe overlevingsstrategieën. Ze ontdekt haar machtspotentieel en de verscheidene autoriteiten staan, zoals het hoort, met hun mond vol tanden. Voor beide spelen geldt een enkele regel: wanneer spelers de militaire en corporate definities van InfoWar overnemen zonder ze te verbasteren, gaat het mis; als civiele spelers in eigen termen formuleren hoe ict de machtsverdeling in de samenleving veranderd heeft en kan veranderen, komt het misschien nog goed.
Waarom deze regel? Als we willen dat de informatieruimte democratisch potentieel blijft vertonen, zal de militarisering van die ruimte vanuit de civiele sfeer moeten worden tegengegaan. In dit opzicht lijkt het me geen effectieve move om de definities van de krijgsmacht over te nemen en paniek te zaaien over de op stapel staande InfoWar, zoals Virilio en Kittler dat bijvoorbeeld doen. Patrice Riemens, Chris Gray, en Ute Bernard zoeken tenminste naar richtlijnen voor tegenbewegingen. Richtlijnen die zich niet schikken naar de definitie van 'tegenpartij' zoals Defensie die voor zich ziet. Zij tonen aan waarom de opmars van de krijgsmacht in de informatieruimte in het licht van het maatschappelijke landschap dat zij vertoont, niet passend en niet wenselijk is, en beschrijven manieren om die opmars te laten stranden.
Daarmee voorzien ze in een dringende behoefte. Op 17 oktober 1998 maakten de lidstaten van de Europese Unie bekend dat ze in 1995 een overeenkomst hebben gesloten met de FBI om in Europa alle vormen van data-communicatie af te tappen, onder de naam eu-fbi surveillance plan. (www.nrc.nl/W2/Lab/Echelon/inhoud.html). Het bericht staat op pagina 8 van de krant, in de sectie Buitenland. Voor een Nederlandse krant komt zulk nieuws van ver, heeft het slechts indirect met ons te maken. Ergens heeft ze daar ook gelijk in. In Europa is InfoWar nauwelijks een issue. Hier specialiseren nationale krijgsmachten zich in vredesoperaties. En wat betreft de Europese krijgsmacht, voordat die zich met InfoWar zal bezighouden moet er heel wat gebeuren. De Westerse Europese Unie (weu) werd weliswaar eind oktober door Tony Blair uitverkoren om de eu van een stevig militair kader te voorzien, nu is het nog een slapende jongensclub zonder eigen server (de weu heeft z'n e-mail accounts ondergebracht bij Hotmail en Skynet). In deze context ligt het voor de hand dat het Amerikaans militair-industrieel complex de regels van de inforuimte gaat bepalen. Voor zover er in die ruimte sprake zal zijn van oorlog, zal die aan Europa grotendeels voorbijgaan.
Een andere reden voor de introductie van InfoWar in de publieke discussie is Kosovo. Terwijl Servië onder het toeziend oog van journalisten en navo-waarnemers een deel van zijn troepen terugtrok, besloot Milosevic to ban broadcasting of Radio Index, as well as to ban issuing of the following daily newspapers -- Danas, Dnevni Telegraf and Nasa Borba (Arsenije Jovanov in het netsymposium). De navo concludeerde uit deze tegenstrijdige berichten dat ze het beste kon afwachten. Europa deed niets. Als de crisis in Kosovo een InfoWar zou hebben geheten, zouden we dan nog steeds niet weten hoe we deze signalen moeten interpreteren? Ars Electronica's themakeuze is niet zo achterhaald en contraproductief als op het eerste gezicht leek. InfoWar heeft externe referentiepunten in overvloed.
In Postmodern War vertelt Chris Gray over een cyberwar game die het Pentagon in 1995 in scène zette. De vijand (islamitische fundamentalisten huren Euro-hackers) gebruikt virussen om treinen, vliegtuigen en banken te crashen, en dwingt de vs uiteindelijk tot overgave, wanneer ook het telefoonnetwerk het begeeft. Een deelnemer merkte op: This was not something carpet bombing was going to solve. Vanzelfsprekend vat de krijgsmacht dit op als een stimulans om naar een digitale variant op zoek te gaan, en vanzelfsprekend kunnen wij rillen en beven bij die gedachte. Maar misschien heeft carpet bombing gewoon zijn beste tijd gehad, en zal de krijgsmacht zijn rol als spelleider op moeten geven. Een van de pilaren van het militair-industrieel complex verzwakt en strijd zal in een andere vorm in een civiele samenleving beslist worden.