Hoewel veel mensen virtual reality zien als een totaal nieuw fenomeen heeft het zijn oorsprong in een niet-erkende geschiedenis van meeslepende beelden. Het zoeken van illusionaire visuele ruimte kan herleidt worden tot de Oudheid. Grau vertelt kunstgeschiedenis alsof het een media-geschiedenis is, en helpt de lezer om het fenomeen virtual reality voorbij de hype te begrijpen.
Grau laat zien dat ieder tijdperk dat over technische middelen beschikt deze inzet om een maximale illusie te produceren. Hij bespreekt fresco's zoals die in de Villa dei Misteri in Pompeii en de tuinen van de Villa Livia nabij Primaporta, illustere ruimtes en panorama's uit de Renaissance en de Barok, zij bereikten de meest ontwikkelde vorm van illusie door traditionele schilderkunst en het massamedium voor de film. Door middel van een gedetailleerd analyse van misschien wel het belangrijkste Duitse panorama van Anton von Werner uit 1883, de slag van Sedan. Grau laat zien hoe een onderdompeling van emotionele reacties wordt geproduceerd. Hij onderzoekt ook die kenmerken van de virtuele realiteit die het onderscheiden van eerdere vormen van illusionaire kunst. Zijn analyse is gebaseerd op het werk van hedendaagse kunstenaars en groepen ART + COM, Maurice Benayoun, Charlotte Davies, Monika Fleischmann, Ken Goldberg, Agnes Hegedues, Eduardo Kac, Knowbotic Research, Laurent Mignonneau, Michael Naimark, Simon Penny, Daniela Plewe, Paul Sermon, Jeffrey Shaw, Karl Sims, Christa Sommerer, en Wolfgang Strauss. Grau biedt niet alleen een geschiedenis van de illusionaire ruimte, maar ook een theoretisch kader voor het analyseren van de phenomenologies, functies en strategieën door de geschiedenis heen en in de toekomst.