Waarom is de overgang van polytheïsme naar monotheïsme mislukt onder de farao Ichnaton, maar lukte het wel 150 jaar later onder de Hebreeën die door Mozes uit Egypte werden geleid? Levinson stelt dat communicatie technologie hierin een belangrijke rol heeft gespeeld: de Egyptische hiërogliefen konden niet de ideologie overbrengen wat het Hebreeuwse alfabet systeem wel kon. Vanuit dit voorbeeld onderzoekt Levinson de maatschappelijke veranderingen die mogelijk werden gemaakt door het eerste 'digitale medium', het alfabet. Hij stelt dat de Reformatie, economische en politieke bewegingen en de wetenschappelijke revolutie mede mogelijk werden gemaakt door de drukpers. Hij bespreekt vervolgens de invloed van fotografische communicatie en elektronische technologie, zoals de telgraaf, de telefoon en omroepen.
Het tweede deel van het boek wijdt Levinson aan de huidige digitale revolutie, van tekstverwerking tot het internet en alles wat hiermee samenhangt. Een van zijn belangrijkste punten is dat de nieuwe technologieën niet de oude technieken verdringen. Daarom voorspelt hij dat er nog steeds een toekomst is voor papieren media. Toch moet er iets veranderen in de manier waarop we omgaan met creatieve rechten. Hij stelt voor om een elektronisch watermerk voor intellectueel eigendom in te stellen. Een universeel patent nummer dat zal worden ingebed in intellectueel eigendom en zullen op deze manier gebruikers waarschuwen. Levinson brengt zijn ideeën naar voren op een formele en een aansprekende manier. Hij laat de lezer in zijn waarde en zelfs intelligent voelen. Dit geldt zelfs wanneer hij ethische of speculatieve vraagstukken bespreekt.