Een aantal essays gaan in op de historie van de architectuur. Deze dienen om de hedendaagse discussie te plaatsen in een eigen intellectuele en theoretische traditie namelijk het openstellen van de complexe en moeilijke relaties tussen politiek, sociaal denken en architectonisch ontwerp. Dit in en tijd waarin de realiteit van dakloosheid en het idealisme van het neo-avantgarde nog nooit zo ver uit elkaar hebben gelegen. Vidler is één van de meest toonaangevende architectuur critici en onderzoekt of aspecten van architectuur beïnvloed zijn door noties van het griezelige, zoals zich dit ook heeft voorgedaan in de literatuur, filosofie en psychologie vanaf het begin van de negentiende eeuw tot het heden. Hij interpreteert de verontrustende kwaliteiten van de huidige architectuur - de gefragmenteerde neo-constructivistische vormen doen denken aan uiteengereten lichamen, de doorzichtige muren zijn een weerspiegeling van cyborgs, en historische monumenten die niet te onderscheiden zijn van glossy reproducties - in het licht van de moderne reflectie op vragen over sociale en individuele vervreemding, ballingschap, en dakloosheid. Vidler focust op het werk van architecten als Bernard Tschumi, Rem Koolhaas, Peter Eisenman, Coop Himmelblau, John Hejduk, Elizabeth Diller en Ricardo Scofidio, evenals theoretici op het gebied stedelijke conditie. Hij schetst de problemen en paradoxen in verband met het onderwerp huiselijkheid.
book: 29 mrt 1994
The Architectural Uncanny
Essays in the Modern Unhomely
Het boek geeft een boeiende en originele reeks gedachten over thema's en figuren die het hart vormen van de meest urgente discussies over architectuur van vandaag. Anthony Vidler interpreteert hedendaagse gebouwen en projecten in het licht van de herleving van de belangstelling in het griezelige als een metafoor voor een fundamenteel 'ongezellige' moderne conditie.
0-262-22044-X
1.3 VID