De software maakt gebruik van een combinatie van beelden, tekst en geluid. De moeilijkheidsgraad wordt automatisch verhoogt als de student vordert. Zo leer je intuïtief om je woordenschat te vergroten en grammaticaal te verbeteren, zonder woordjes te hoeven stampen en zonder vertaling bij de hand. Dit wordt de dynamic immersion methode genoemd. Volgens het bedrijf is de software zo ontworpen dat je een nieuwe taal leert zoals je een eerste taal zou leren.
In deze tweede versie is de instructie in de vorm van een eenheid van lessen bestaande uit tien groepen van vier beelden per stuk. Een bijbehorend woord of zin wordt geschreven of hardop uitgesproken door een native speaker van de taal, met uitzondering van de talen die niet meer worden gesproken zoals het Latijn. Les onderwerpen lopen uiteen van grammaticale begrippen als werkwoordstijden en specifieke onderwerpen zoals kleuren, warm en koud en het gebruik van geld.
Binnen elke les zijn er een aantal oefeningen om het luisteren, lezen en spreken te testen. Voor talen met een Latijns alfabet zijn er ook schrijfoefeningen. Voor niet-Latijnse alfabet talen wordt gebruik gemaakt van een vervangend on-screen toetsenbord. Alle sets, behalve lezen en spreken bieden vier oefeningen per stuk, er zijn twee leesoefeningen en één spreekoefening. Zij worden door de software aangeduid als A, B, C, D, en E.
De gebruiker kan tekst, geluid of beeld (en later video) aan passen aan deze vier mogelijkheden. Met een afbeelding of een geluid wordt aangegeven of de gebruiker het goed of fout heeft. Hierbij wordt een score van 0 tot 100 bijgehouden, en de score is zichtbaar in de praktijk modus, maar niet in de testmodus. In alle units is de laatste les een herziening van de vorige lessen.
Er zijn geen formele grammatica of instructies bij de software. De enige documentatie is een handleiding met schriftelijke versies van de zinnen en een woord-index. Deze tweede versie kan niet de cd's van de derde versie lezen.