De morgen Lars Eijssen
De videoregistratie van Lars Eijssens performance De Morgen is een curieus gebeuren. Wat er gemist wordt aan live-emotie, wordt als het ware gecompenseerd door een opvallende, om zo te zeggen Brechtiaanse opzet. Een videoregistratie als uit de vroegste dagen van de tv, bijna een Oost-Duitse uitsnede, uit de dagen toen Bertolt Brecht nog zijn eigen toneelstukken regisseerde en die in enkele gevallen bewaard zijn gebleven.
De morgen Philipp Otto Runge 1808
Kortom, stijve opnamen van een overigens niet helemaal van stijfheid vrij te pleiten performance. Bewust misschien, want De Morgen, begin dit jaar uitgevoerd in Casco in Utrecht, zou je een even tot leven gewekte illustratie kunnen noemen. Een illustratie van het origineel dat is vervaardigd door de alleen bij kenners bekende Duitse romanticus Philipp Otto Runge, die machtig veel symboliek in zijn werk stopte om zo ieder stukje realisme vooral meerdere dubbele bodems te geven. Runge laat in zijn De Morgen uit 1808 de Morgen geboren worden, als een kindje naakt in het landschap, geflankeerd door Aurora, godin van het morgenlicht. Boven haar een opgaande lelie met in de kelk en op de stengels buitelende naakte baby's. Een echte typische Runge die vandaag de dag een wat vergeten kunstenaarsnaam is gebleven, maar ondertussen wel van beslissende artistieke invloed is geweest op zijn vriend Caspar David Friedrich. En waar Friedrich als geen ander een hard-core beeld van de Romantiek gegeven heeft, is Runge de vormgever van de softe variant ervan, van wat Runge zelf noemde arabesken in een hiëroglyfische stijl. Inderdaad, zijn getekende versie van De Morgen zou niet misstaan op de gevel van een Egyptische tempel. Latere versies vinden we terug bij Engelse schilders die als Pre-Rafaelieten bekend werden, maar ook op MTV zie je er hedendaagse versies van, als videoclip.
Where the wild roses grow Rocky Schenk
De Morgen is een klassieke topos waarvan beeldende kunstenaars kennelijk heel lang gedacht hadden dat ie ook werkelijk voorgoed op de vuilnisbelt van de geschiedenis was beland. Want nadat er in de loop van de tijd verschillende artistieke variaties op het thema waren geformuleerd, leek de urgentie ervan (en de geschiedenis ervan) toch uit ons bewustzijn verdwenen. Maar elders bleef het thema zich roeren, met als voorlopig hoogtepunt de curieuze muziekclip Where the wild roses grow van Rocky Schenk. Een prachtige song van Cave, gezongen door Nick Cave en Kylie Minogue die in hun neo-neo-prerafaelietische duet meteen de standaard voor de komende tijd neerzetten. Onmogelijk om hier niet geraakt te worden door die twee in hun goddelijke performance; prachtige muziek, prachtige uitvoering, ontroerend resultaat. Een geschiedenis van leven en dood, de Nacht die de Morgen najaagt en dood achterlaat, de onmogelijkheid het beeld terug te draaien. En dan de grandioze stemmen van die twee die van Runges eeuwige thema een liefdesduet van onweerstaanbaar erotische kracht maken. Een duet dat ook nog eens allerhande connotaties krijgt, waar Runge geen idee van gehad kon hebben. De prachtige mixen die hier uitgespeeld worden, de onwaarschijnlijke combinatie van punker Cave en idool Kylie, maar ook de combinatie van hedendaagse pop en negentiende-eeuwse romantiek. All beauty must die, zingt Nick en Kylie beaamt, they called me a white rose, en daarin staat haar lot beschreven. Schoonheid en Dood, hier op een zeldzaam liefdevolle manier in beeld gebracht, in het gruwelijke lot van een lijkwitte schoonheid.
II
Lars Eijssens De Morgen, een korte, maar heftige voorstelling is eenmaal live uitgevoerd, maar bestaat nu alleen nog als film-video.1
1 Nathalie Zonnenberg, 'De Morgen', Metropolis M, 2003, nummer 3, 56-57
En doet daarmee, meer nog dan de live-uitvoering, recht aan het artistieke streven van Eijssen. Want hoewel de video slechts een afschaduwing kan zijn van het oorspronkelijke gebeuren, geeft hij tegelijk juist die afstandelijke ervaring waar de moderne traditie zo prijs op stelt. De Morgen dient zich door een filter aan, in de gedaante van een jonge vrouw die, knielend aan de rand van een klein beekje, haar haren in het water mengt. Nu ja, ze buigt voorover, gooit het hoofd naar achter, schudt haar haren naar voren en werpt ze in het water. Ze laat haar lange haren meevoeren op de rimpelingen van de stroom. De jonge zonnestralen breken in duizend schitteringen op die glanzende haartooi, en in hun reflectie slaan ze neer op de omringende bosschages, struiken, bomen en wat er al meer in het bos te vinden is.
Een sprookje begint, maar zoals iedere morgen door de avond en de nacht zal worden ingehaald, zo ook hier. We beseffen het niet onmiddellijk omdat de figuratie hier op z'n minst curieus is. Wat haar te wachten staat willen we nog niet weten, omdat we afgeleid worden door de gedaante van een in herhaalde repetitieve kreten vastgebeten zwaarwichtige zanger. Zonder dat we het nog beseffen of willen weten wordt het beeld van de Morgen als het ware al bedreigd door de Nacht.
In feite worden Morgen en Nacht in een betrekkelijk kort tijdsbestek ineengeschoven en samengebracht. Maar verwondering over de uitrusting van de Nacht verhindert ons dat te beseffen. Gekleed in Schotse kilt leidt hij de aandacht van de Morgen af, maar hij bedekt zijn snode plan achter zijn muzikale act. Hier zingt een onbestemd geluid rond, een obstinate bas, die met een steeds herhaalde irritante en fascinerende korte sequens (iets als woehoehoe woehoehoehoe yeeheaheah yeeaheaheah) Eijssens bedoelingen in het onzekere laat. Pas achteraf realiseer je je de rol van de zanger, die alleen hier figureert om de Morgen te laten verdwijnen. En natuurlijk de wrede bedoeling van Eijssen uitvoert: onderuithalen wat je met zoveel kracht naar voren brengt, met de andere hand terughalen van wat je met de ene hand geeft. Dat vereist een evenwichtskunst. Schoonheid in de kiem smoren vereist zowel enthousiasme als distantie.
III
Zo gezien voeren de Morgen en de Nacht ook nog eens ondubbelzinnig een hoogst actueel artistiek programma uit. Want die ten onrechte wat vergeten stilistische periode, dat zo lang verboden terrein van de Duitse romantiek en de anti-modernistische traditie uit Engeland, is hier bij Eijssen een artistiek wapen geworden. Een alternatief tegen de 'hedendaagse tijdgeest', wat die ook moge zijn. Die oude romantici deden dat ook al, hoogst serieus, Eijssen zet de ironie in. En waar de oorspronkelijke kunstenaars hun werk zagen als een afwijzing van de moderne tijd, zich baseerden op een retrospectief artistiek programma dat ze uit een verloren gewaande voorbije tijd terug wilden halen, is er hier in De Morgen juist van een modern programma sprake. Niet zo opmerkelijk omdat Eijssen voortdurend benadrukt de toon van de eigen tijd te willen reflecteren, ook in zijn digitale werk. We zien hem hier als de regisserende, maar onzichtbare hand achter een unzeitgemäßes thema. Nu ja, unzeitgemäßes, dat is natuurlijk nu net iets dat niet meer bestaat. Maar desondanks.
De Morgen is als een oppositie tegen een al te modieus en modern aandoend wereldbeeld. Baudelaires adagium 'van deze tijd' te willen zijn is Eijssen, bijna letterlijk, op het lijf geschreven. Maar het is kennelijk nodig om dat 'modernisme' in, hoe zeg je het, 'conservatieve' termen te formuleren. Het moet bij Eijssen het verlangen naar de mystiek zijn, het zoeken naar elementen die aan de transparantie van de moderne wereld voorbijgaan om de verborgen schatten van een voorbije tijd tonen. Daarbij is De Morgen ook lekker politiek incorrect. Zij als breekbare jonge vrouw, steeds duidelijker in de machtssfeer van de onbeweeglijke maar toch steeds nader komende Nacht. Een schijnbaar onbeweeglijk standbeeld, maar dat is schijn want zijn gevaarlijke baltsroep bezegelt haar lot. De Nacht is wat in de VS in het dagelijkse taalgebruik een 'afro-american' heet, een zwarte Surinaamse zanger. Maar een verleider met zijn zang is het niet, het is de roep van een jazzy -bluesachtige herhaling, waardoor hij net buiten het cliché is neergezet. Ook politiek incorrect lijkt de Morgen zoals ze door de regisseur in al haar clichématigheid wordt neergezet. Dit is geen vrij meisje dat al spelend haar haar in het water gaat wassen, nee, ze is in een symbolische gestalte veranderd. Een strak geregisseerde figuur, bespied door onze niet altijd onbezoedelde blikken. En hoewel we haar uiteindelijke lot kennen, laten we haar in de val lopen die Eijssen voor haar heeft opgesteld.
IV
Je zou Eijssens aanpak in de live-uitvoering van De Morgen Brechtiaans kunnen noemen. Die al even aanlokkelijk als verontrustend kan zijn, die verleidt en tegelijk haar maskers afwerpt om de ware gedaante te tonen. En Brechtiaans is ook de video van De Morgen. Misschien niet in alle opzichten naar de richtlijnen van de oude meester, maar in details vinden we prachtige staaltjes van vervreemding die niet mis te verstaan zijn. De houten schragen die in beeld komen, de kleuren van wat de natuurlijke habitat van De Morgen moet zijn, het groen van het gras, het stilstaande water dat een bruisende stroom voorondersteld, de struiken en bomen, alles neigt naar iets als de natuur willen tonen of juist de natuur willen wegdenken.
De Morgen schudt haar haren in een omgeving die al even verleidelijk als transparant doorzichtig is. Misschien toonden de eerdere schilderijen en muziekclips nog een verlangen naar echtheid en realisme. Het decor waarbinnen Eijssen die ene scène uit het dagelijkse drama neerzet bezit echter hoogstens een suggestie van een spookjesboek, reflecteert vooral de betrekkelijk onaandoenlijke sfeer van een uit technische materialen opgebouwd landschapje. In een stevig consequent tempo word je, naarmate je je meer aan de verleiding van het beeld overgeeft, een inzicht gegund in de structuur van dit artificiële landschap. De Morgen die heur haar laat waaieren in het water, en dan die tegelijk verleidende en schrikwekkende baltsroep van de Nacht, die stoorzender, die zijn levenslied door laat klinken. Tegen beter weten in willen we er ons door laten verleiden. Hoewel we net als de Morgen zelf niet voorbereid zijn op wat ons te wachten staat. Maar de Nacht is meer dan een stoorzender. Zijn zang bevat ook iets dat je ervaart wanneer je goeie poëzie leest, wanneer de vibraties van eerdere poëzie meetrillen. Dat meetrillen, het herdichten als je leest, is een bijna noodzakelijke voorwaarde om echte poëzie te waarderen. Neem de gedichten van Cavafy of Borges waarin we voortdurend andere klassieke dichters mee-lezen. Ook in De Morgen krijgen telkens voorafgaande versies als het ware een nieuwe kans. Het mooiste voorbeeld is misschien wel het water dat niet slechts door de haren van de Morgen, niet slechts door de zang van de Nacht, maar evenzeer door de vibraties van onze herinneringen aan Runge en Cave & Minogue mee in beweging gebracht wordt. Of anders wel door onze herinnering aan Ovidius en zijn Narcissus, of aan Matthew Barney en zijn bokkenpoten.
V
Maar wat je er ook bij wilt verzinnen, uiteindelijk wordt een kunstenaar toch weer afgerekend op het eindproduct. Of de samenwerking tussen de klassieke sfeer en de stoorzenders nu werkelijk verloopt zoals we mogen verwachten is eigenlijk niet eens echt van belang. Het sterkste van De Morgen is natuurlijk dat Eijssen hier een nieuw genre introduceert waar nog niet echt artistieke criteria voor bestaan en daardoor veel vrijheid tot experimenteren heeft.
En daar heeft hij mooi gebruik van gemaakt.
Voor een 3d-versie van de getekende variant van De Morgen zie: members.chello.nl/eijssen/PressTop2.html