''The world and its appearances
In its appearances
the world, good-bye
world, good-bye appearances
Was that the arrangement?''
Dirk van Bastelaere, 'Zapruderstress'
Take me back to where I belong
De geschiedenis begint als een mythe. Het kan het eerste nieuws zijn dat je vroeger toen je klein was op televisie hebt gezien, de oorlog in Cambodja – iets wat je raakte. Zulk nieuws houdt een mythische waarde. Het is niet opgesloten in het rijk van het geschiedenisboek, ook nog niet blootgesteld aan inflatie door overload en gewenning: de zoveelste crisis in het nieuws, de zoveelste burgeroorlog – wat interesseert het je nog?
Dat beelden en gebeurtenissen een mythische waarde hebben merk je wanneer je ze terugziet. Alle documentaires over de Duitse Herfst van 1977, in 1997 uitgebreid herdacht op de Duitse TV, heb ik ademloos bekeken, opgenomen op video om ze nog eens te kunnen bekijken. Waarom? Zijn het inderdaad mijn mythische verhalen uit het tijdperk van de TV, de verhalen en beelden waarmee ik groot geworden ben? Behalve Zwarte Pijl en Thierry De Slingeraar, ook de Baader-Meinhoff Gruppe, terroristen en vrijheidsstrijders?
Derde klas lagere school: blokrekenen, het saaiste vak. We zitten in een groepje van vier bij elkaar. We zitten te klieren. De invaljuf stapt op ons af. Wie is hier de aanvoerder? Ik zeg: Niemand, we hebben geen aanvoerder. Wij zijn communisten. Verbouwereerd over zoveel brutaliteit antwoordt ze: Maar communisten hebben ook een aanvoerder. Ja, maar wij niet.
Ik speelde met mijn broertje de burgeroorlog in Angola na. Hij moest de FNLA zijn. Ik was de MPLA. De MPLA waren de communisten, de revolutionairen. Natuurlijk moest ik de communisten spelen. Misschien heb ik ook gespeeld dat ik de RAF was, zoals ik voor Zwarte Pijl speelde, of, – mijn lievelingsheld – Thierry de Slingeraar.
Zo zijn ook de foto's van de Baader-Meinhoff Gruppe in mijn geheugen gebrand toen ik nog klein was en geen besef had van politiek en werkelijkheid. De onverantwoordelijke onschuld van de jeugd in een jaren zeventig nieuwbouwwijk in een middelgrote industriestad?
Calling history
Bel de Geschiedenis. Dat mythische moment als het nieuws nog niet in schoolboeken is versteend en nog niet aan de aandacht onttrokken door de stroom van nieuwsfeiten die je al jaren volgt, zou dat een decisief moment zijn voor de constituering van het subject in tijden van massamedia? Afspraak met de geschiedenis. Hallo geschiedenis.
Bel de Geschiedenis. Dial H-I-S-T-O-R-Y: 68 minuten video over vliegtuigkapingen. Een schok van herkenning. Vliegtuigkapingen, aanslagen, beelden uit het nieuws die mijn blik hebben gevormd, zonder dat ik me dat ooit gerealiseerd heb. Gezien op het nieuws tussen de Fabeltjeskrant en de TV-serie van 7 uur. Ik herken dit. Deze koppen van vliegtuigkapers, ik identificeer me instinctief met hen. Is het door de roes die de video oproept, de duikvlucht door het beeldmateriaal, of is het echt herkenning?
Bel de Geschiedenis. Laat ik aan titelverklaring doen. De terrorist is de laatste individu in de twintigste eeuw die een telefoontje pleegt met de hotline van de geschiedenis. Dial H-I-S-T-O-R-Y 1-800. Is het de lijn die gebeld kan worden om deel uit te gaan maken van de geschiedenis? De terrorist trekt de wereldgeschiedenis naar zich toe. Je plaatst een bom en je pleegt een telefoontje. De bom ontploft en je bent op TV. Ben je op TV dan ben je deel van de geschiedenis. Toch?
Of is Dial H-I-S-T-O-R-Y de noodlijn die gebeld kan worden met suggesties over wie de moord op de geschiedenis gepleegd heeft?
1 Zie Tom Paulus' 'Bezet', in Andere Sinema 141 p. 57
Is de geschiedenis vermoord? Zijn de massamedia de schuldigen omdat ze geschiedenis omwisselden voor nieuws. Het nieuws: morgen weer vergeten, nooit een maatstaf voor hoe je leeft, wat je moet geloven en wat je mag verwachten; geheugenloos. En de vermoorde geschiedenis: een verklarend verhaal, met context, betekenis, en een geheugen, dat ons vertelt wie we geworden zijn en hoe dat zo gekomen is.
Zijn de schuldigen de individuen die, in plaats van geschiedenis te maken, hun toevlucht zochten tot de massamedia. De wereldveranderaars die zich aanpasten aan de logica van de media (sensatiezucht: hoe heftiger de explosie des te groter de impact). Pas als het in het nieuws komt dan is het werkelijk gebeurd, pas dan gaat het deel uitmaken van wat de mensen geloven.
Zijn de vliegtuigkapers kandidaat-verdachten voor de moord op de geschiedenis? Zij verplaatsten hun strijd naar de spotlights van de media. Zij zetten door media-exposure de Palestijnse kwestie op de agenda, trachten door media-exposure collega-vrijheidstrijders vrij te krijgen. Pasten ze zich aan aan de nieuwe wereldorde waarin het beeld heerst, waarin macht via media verdeeld wordt?
2 Zie Don DeLillo, Mao II
Of zijn de toeschouwers de schuldigen omdat zij zich gek laten maken, omdat zij er in gingen geloven?
Is de geschiedenis vermoord door cynische theoretici die beweerden dat de hyperrealiteit het pleit gewonnen heeft? Communicatieadviseurs en reclamemensen, dat slag, met een vested interest in de uitwissing van een externe wereld voor de representatie. Zijn zij schuldig? Of heeft de geschiedenis zich maar even verscholen achter de sluier van de mediatisering, van het simulacrum? Het simulacrum van cijfers, statistieken mediabeelden, representaties, uiteenwaaierende betekenissen? Kunnen we de geschiedenis terugvinden door om het simulacrum heen te kijken?
3 Of is de terrorist – zoals Tom Paulus schrijft – degene die met alle gemak de hotline met de geschiedenis saboteert. De enige die interventies kan plegen waar de wereldleiders allang machteloos geworden zijn, Verenigd Europa en de Verenigde Naties machteloze instituten? De terrorist een sluipschutter in het rijk der tekens? Een mazenglipper? De warlords, ja, dat zijn mazenglippers, net als de Algerijnse moordcommando's. Hun strijd laat zich niets gelegen liggen aan de media. Hun terreur heeft geen TV nodig. Is de terrorist van nu wel te vergelijken met de vliegtuigkaper van 1970? Zijn terroristen van toen en nu wel op hetzelfde plan te stellen als de warlords van de jaren negentig in Rwanda, Somalië, Liberia, Bosnië?
Ik stel wellicht veel te veel vragen. Ik stel ongetwijfeld vragen die niet afgedwongen worden door Dial H-I-S-T-O-R-Y, maar voortkomen uit mijn obsessies. Het gonst in mijn hoofd en dat is wel de schuld van de video.
Waarom schitteren de vliegtuigkapers in de 68 minuten durende compilatie-tape van Johan Grimonprez? Waarom was Dial H-I-S-T-O-R-Y een hit op de Documenta? Waarom verschijnen er artikelen over Dial H-I-S-T-O-R-Y in tijdschriften waarvan je dat niet zou verwachten? Waarom wordt hij overal vertoont? Wat is hier aan de hand? Worden er vragen opgeroepen die relevant zijn? Of is het omdat de roes van het kijken ‘lekker' is? Waarom word ik erdoor geraakt? Bel de geschiedenis.
Watching Dial H-I-S-T-O-R-Y
Dial H-I-S-T-O-R-Y bestaat voor een groot deel uit archiefbeelden, van vliegtuigkapingen, terrorisme in de lucht en van alles wat daarmee te maken heeft, van vliegangst tot de moord op Sadat. Nieuwsitems, oude filmjournaals, stukjes interview, het is een terugblik. We zien Kozo Okamoto verslagen in de beklaagdenbank, Leila Khaled, de ontploffing van drie Boeings in de woestijn, Castro en Lenin en Mao – alle fantomen en clichés van het internationaal terrorisme. Een voice-over leest teksten over plots, terroristen en catastrofes voor die vrijwel allemaal ontleent zijn aan twee romans van Don DeLillo: White Noise en Mao II. De muziek van David Shea versterkt het gevoel van nostalgie. Nostalgie naar een tijd toen het nog mogelijk leek om een revolutie te ontketenen die niet ontaarden zou in een vulgaire burgeroorlog, nostalgie naar een tijd toen terroristen bellbottoms droegen.
Dial H-I-S-T-O-R-Yis uit op een emotionele reactie. Het is een duikvlucht door beelden. Er wordt niet ingegaan op achtergronden. Je leert niets over wat de terroristen wilden, niets over de context van de gebeurtenissen. Er wordt geen uitleg gegeven: de kijker wordt getrakteerd op een, qua dynamiek en beweging, ‘lekkere' video, die je onderdompelt, je overweldigt en confronteert zonder een stapje opzij te doen, zonder de beelden in perspectief te zetten. Het is subliem: dit zijn de beelden, zie maar wat je ermee doet. De video is meer gebaseerd op de beeld-esthetiek van de samples dan op de historische of maatschappelijke betekenis ervan.
4 Voor mij was Dial HISTORY een exploratietocht, waarbij ik mij liet inspireren door media als CNN, MTV en NBC. Die esthetische strategie wilde ik nabootsen, zegt Grimonprez in een interview. Het is een esthetiek waarbij de media het nieuws tot soap-opera's maken, onderbroken door commercials
Samplen, contexten en contexthorizon
Dial H-I-S-T-O-R-Y is een compilatie-video. Grimonprez kiest stukjes uit nieuws en uit films en monteert die opnieuw aan elkaar. De betekenis van zijn verhaal – voor zover je er als kijker een verhaal van wilt maken – ligt in de volgorde van die stukjes, de 'flow'. Hij maakt nauwelijks gebruik van de juxtapositie of Eisensteiniaanse, argumentatieve trucs. De fragmenten botsen niet – een uitzondering daargelaten –, ze volgen elkaar op, vullen elkaar aan, bouwen op elkaar voort, geven, heel soms, een andere visie als de vorige stukjes. De montage is vrijwel zuiver sequentieel. Dat de video grotendeels chronologisch is heeft daar alles mee te maken. Feitelijk gebruikt Grimonprez een vorm van montage die eerder narratieve effecten heeft dan disruptieve of argumentatieve effecten.
Zijn omgang met de voice-over is soortgelijk: de inhoud van de voorgelezen fragmenten bouwt voort op of interpreteert wat al in het beeld te zien is. Tekst en beeld vullen elkaar aan, gaan een op elkaar betrokken relatie aan, waarbij de hoofdthema's steeds herhaald worden. Het zijn niet diepe kloven, geen explosies (die zijn er genoeg in het beeldmateriaal) die betekenis oproepen. De beelden spinnen de kijker in, in een netwerk van beelden die alleen op zichzelf betrekking hebben, waarbij de relatie met de wereld buiten dreigt te verdwijnen. De video is zichzelf genoeg net als de wereld van de media.
Dial H-I-S-T-O-R-Y vernauwt de context van zichzelf door elke keer dezelfde soort beelden te laten zien. De video had ook de contexthorizon heel breed kunnen maken door aan te geven dat er verbanden te leggen zijn naar de politiek-historische situatie. Ze zou kunnen tonen dat er andere perspectieven zijn. Maar dat doet ze niet. Ongetwijfeld met opzet. Daardoor werkt Dial H-I-S-T-O-R-Y zo emotioneel uit. De gekozen teksten benadrukken nog eens hetzelfde – catastrofes, terroristen, media. De muziek biedt wel een jolig tegenwicht dat echter des te cynischer uitvalt naarmate de beelden afschuwelijker zijn. Tekst en beeld geven geen openingen en perspectieven naar andere werelden, ze gaan uit van een mediamonoperspectief.
5 En dat is niet omdat het een compilatie van mediabeelden is, het is een gevolg van Grimonprez' omgang ermee
Dat neemt niet weg dat het materiaal en het verhaal op verschillende, zelfs tegenstrijdige manieren te ervaren zijn.
Zo zie ik het verhaal van hoe het vliegtuigkapen zich ontwikkelde van een romantisch onschuldig ‘tijdverdrijf' tot het plaatsen van bommenpakketjes. Ik zie het verhaal van de reactie van regeringen: van inwilligen van eisen, via inzetten van moordcommando's tot het uit de lucht schieten van een passagiersvliegtuig. Het hoe en waarom daarvan komen we niet te weten.
Wat Grimonprez lijkt te tonen zijn onschuldige, menselijke, aardige terroristen tegenover angstaanjagende regeringsleiders. Geweld op menselijke schaal, uitgevoerd door individuen, misschien angstaanjagend, (ik ben geneigd het bloedbad in Lod te vergeten...) tegenover het zomaar uit de lucht knallen van een Boeing door een anonieme straaljager. De terroristen uit de jaren zeventig komen over als individuen, ze zijn ook nu nog te herkennen als personen met menselijke gevoelens. De terrorist van begin jaren zeventig is een romantische held met een roeping. De verantwoordelijke regeringsleiders klinken als Saddam Hoessein of lachen zich een kriek om een domme mop: Clinton en Jeltsin, bekend van de TV.
Terwijl bijvoorbeeld Clinton en Jeltsin opgesloten lijken te zitten in de gevangenis van het mediasimulacrum, staan de terroristen van begin jaren zeventig daar nog buiten – of lijken er nog buiten te staan. Jeltsin en Clinton zijn wel levenloze marionetten en de onschuldig uitziende terroristen – oké, uit een vorig tijdperk – zijn aardige mensen die je op een feestje zou kunnen tegenkomen.
Toen ik Dial H-I-S-T-O-R-Y voor het eerst zag vatte ik het op als herschrijving van de geschiedenis van kapingen vanuit het perspectief van de terroristen, sympathie voor de terrorist. De terroristen waren eigenlijk niet gewelddadig en onmenselijk – kijk maar naar de goede afloop van de vroege kapingen –, maar de regeringen, die overgingen tot onmenselijk geweld, forceerden een escalatie van geweld – zie de contra-terrorisme-retoriek van Reagan. Ik identificeer me met de terroristen – uit fascinatie?
Wat fascineert in de terrorist is hun onwankelbaar geloof. Hun vastbeslotenheid en vastberadenheid. Een geloof dat zo sterk is dat ze ervoor willen sterven. Wat een verademing in tijden van hypocrisie. Wat een verademing in tijden waarin de enigen die nog voor hun geloof willen sterven rabiate nationalisten en extreme fundamentalisten zijn. De democraat van nu, in de Westerse Wereld, gelooft in de economie, in kosten- en batenanalyses, gelooft dat de economie wel alles regelt. Maar wiens geloof in de economie is zo sterk als het geloof van de terrorist?
Zo staat het ook in Mao II – en het wordt aangehaald in de video. Georg Haddad, de terrorist spreekt: Is history possible? Is anyone serious? Who do we take seriously? Only the lethal believer, the man who kills and dies for faith. Everything else is absorbed. (p. 157)
De figuur van de terrorist is een mogelijke vervulling van de droom om helemaal vrij te zijn, een onafhankelijk mens in plaats van een nietig onderdeel van een ongedifferentieerde massa. Verschaft de terrorist ons de mogelijkheid tot inlossing van het verlangen om zelf door te breken naar de geschiedenis?