Er bestaat geen vorm zonder inhoud; de enige manier om een inhoud te zien, is echter door middel van haar vorm. Video-kunst beweert dat zij vorm en inhoud van elkaar scheidt. De uiterlijke vorm komt oog in oog te staan met haar eenvoudige inhoud.
Toch lijkt de beslissing om deze eenvoudige inhoud te respecteren een zeer moeilijke stap.
De Westerse wereld heeft drie talen aangenomen- religie, wetenschap en kunst. De ontmoeting van deze drie talen leidde zowel tot een interdisciplinaire relatie, als tot een systeem dat de rnogelijkheid bood tot een doorlopend onderzoek naar de ontwikkeling van het 'zijn', en het 'Zijn'.
In onze tijd noemen wij deze ontmoeting cultuur.
De Westerse wereld raakte gewend aan het isoleren van de vorm door het onderdrukken van de inhoud. Dit wordt gewoonlijk gedaan om er zeker van te zijn dat de vorm de ideologische eisen van een maatschappelijk systeem dient.
Vanaf de opkomst van de christelijke wereld staan godsdienst en wetenschap tegenover elkaar.
Teneinde te overleven moest religie gebruik maken van de kunst om haar positie te ondersteunen. Kunst moest van een positie als taaluiting overgebracht worden naar een positie in het gebied van de media; de informatietheorie.
De kunst verliest op den duur haar enige onderzoeksmiddel: de taal.
...Televisie is voor mij een model, zei ULISES, dat voor een deel mijn activiteiten bepaalt, die processen maak ik gedeeltelijk na en dus is wat ik maak in principe geschikt voor universele verspreiding...
(Max Bruinsma, Talks on talking back in: Mediamatic no.O)
Deze interpretatie van universaliteit zette mij weer aan het denken over Cultuur, maar nu in de anthropologische zin van het woord.
Het werd de kunst niet toegestaan om de verhouding tussen mens en natuur duidelijk te maken, om haar tekstuele vorm objectief te transformeren.
Kunst werd onmiddellijk een geïnstitutionaliseerd maatschappelijk gedrag, een systeem in een systeem in een systeem.
De kunst gebruikt economische ideeen als haar motivatie. De kunstenaar werd een 'eerlijke' handelaar.
De mensheid bestaat net zo goed als de maatschappij, en media-kunst bewijst dit telkens weer. De communicatieve impulsen zijn veelbetekenend, aile kunst is tegenwoordig namelijk informatietheorie.
In onze geschiedenis is het niet ongebruikelijk dat een maatschappelijk systeem het middel van haar eigen vernietiging voortbrengt en dat een bepaalde cultuur de kiem van haar verval in zich draagt. Video-kunst moet daarom gebaseerd zijn op activiteiten met een gemeenschappelijke oorsprong, op indirecte sociale en culturele ervaringen; zij moet deze omvormen en bewerken, en zo moet video-kunst deze activiteiten en ervaringen terugvoeren naar de oorsprong- TV, Museum, Regering, Kerk.
Leven we vandaag in een post-cultureel tijdperk?
De universele taal van de video-kunst heeft een andere betekenis. Het betekent geestelijke armoede, een totaal isolement van de collectieve identiteit.
De wetenschap stelt op dit moment de vraag of het atoom een eigen wil heeft, maar video-kunst is nog steeds verstrikt in haar eigen sectarische formaliteiten.
Kunst is voor mij eigenlijk een moreel gegeven in de twintigste eeuw. Je moet daar heel respectvol mee omgaan. Maar ook een museum heeft voor mij een moreel aspect. Een tempel, in elk geval een morele instantie...
(Rudy Fuchs in gesprek met Erik Beenker in: De Volkskrant 20 12 1985)
Om eerlijk te zijn denk ik niet dat de huidige tijd minder politiek is dan de rest van deze eeuw. Deze eeuw lijkt te streven naar harmonie, en wat ervan terecht komt is een wetenschappelijk moralisme, dat slechts een deel van de waarheid benadrukt.
TV, Museum, Kunstkritiek, Regering en Kerk zijn voorbeelden van die gedeeltelijke waarheid.
Een TV-monitor is daarom voor mij de laatste plaats om te zoeken naar de verloren taal van de kunst, en dat geldt des te meer, als hij op de treden van een tempel staat.
Mocht u iets willen citeren: Semah, Joseph. "Alle Kunst is Media-Kunst." Mediamatic Magazine vol. 1 # 1 (1986).
Vertaling: Fokke Sluiter Groningen