Hier manifesteert zich een exces van een op de media oriënterend bewustzijn en op de media geïnspireerde kunst. Mediakunst waarin men, gebruikmakend van voortschrijdende technische mogelijkheden, ongecoördineerd om zich heen grijpt, links en rechts betekenisdragers combineert, kunstvormen citeert, inventariseert, confronteert en uiteindeliik al doende betekenissystemen deconstrueert, afbreekt.
Het aanbod is zeer gevarieerd en de aard van een keuze hieruit lijkt momenteel van het hoogste belang. Zolang deze keuzes echter slechts de complexiteit dienen te vergroten zijn zij in wezen arbitrair. Complexiteit kent immers geen ideologisch streven en dus geen relevante keuzes, zij is self-fulfilling. Het overspannen belang van de keuze dient slechts om de eigen gelederen gesloten te houden. Daarin onderscheidt het zich overigens niet van andere gangbare selektieprincipes in de beeldende kunst. Een beeld is in deze visie slechts een gelijkwaardig teken, een onbeduidende prikkel.
Het scheppingsproces maakt plaats voor een selectieproces. Het gaat niet om een betekenisvolle dialoog tussen aanleiding en verwerking, tussen beleving en deelname, maar beoogt de de-constructie van in wezen al betekenisloze modellen.
De Media als nieuwe overheid versus de verfijning van individuele betrekkingen.
Het omzetten van een beeld (model) van het ene medium in het andere (foto - tekening, videobeeld - foto, schilderij - videoband, elc.) ontkracht iedere specifieke geschiktheid van media en materialen voor het vormgeven van zekere inhoud. In wezen ontneemt het materiaal en media eigenschappen. Ook het reproduceren van enige discipline in een andere (architectuur als fotografie, schilderkunst als video, beeldhouwkunst als architectuur), stimuleert niet een noodzakelijke discussie omtrent identiteit, mogelijkheden en verantwoordelijkheden van een specifieke discipline. Zij dient slechts om de arbitraire inwisselbaarheid van betekenis (-dragers) aan te tonen.
Het einde van de discussie vorm/inhoud dient zich aan met het schrappen van de inhoud, waar het mij liever was geweest de vorm te schrappen. De affiniteit van de kunstenaar met bepaalde media en disciplines wortelt niet meer in een wezenlijk belang dat dit medium/materiaal voor hem vertegenwoordigt, maar in een mengeling van commercieel inzicht, technische ambitie, gevoeligheid voor de noden van de tijd en esthetisch Fingerspitzengefühl. Een en ander opgenomen in een intuïtieve en in wezen onverschillige noord/zuid, oost/west en heden/verleden oriëntatie.
De enige relevante keuze die het individu resteert is die van een solitaire en geconcentreerde oppositie, teneinde zich, op eigen merites, een cultureel aanbod en de selectie en legitimatie daarvan opnieuw te verwerven. Zo herkrijgt hij een individuele plaats in de werkelijkheid en ten opzichte van de medemens op basis van wezenlijke affiniteiten en een reflectieve omgang hiermee. Een intellectuele en gevoelsmatige (ethische) heroriëntatie, waaraan noch de media, noch andere vormen van georganiseerde informatie iets hebben bij te dragen.
In onze oriëntatie op onszelf en de werkelijkheid, waartoe de kunst een der middelen is, worden wij, men kan het overal lezen, in toenemende mate aan fragmentatie blootgesteld en bewegen we ons naar een complex lot. Sterker nog, het doel van onze oriëntatie lijkt momenteel wel deze fragmentatie zoveel mogelijk te vergroten en daarmee toe te laten. We dienen ons aan de complexiteit aan te passen. Om ons aan een staat van chaos te gewennen dienen we haar eerst zo groot mogelijk te maken. De fragmentatie beheerst momenteel zowel de middelen, de toepassing van technologieën en media, als het op de locht zetten van gangbare betekenissen, zelfs van de geldigheid van het begrip betekenis zelf. Deze laatste vorm wordt over het algemeen betiteld als het de-construeren van betekenis.
U zult begrijpen dat ik mij nooit heb laten Verleiden door die twee flonkerende juwelen in het schemerduister, maar terstond de tweede Trap naar Boven neem om mij aan andere Bronnen te laven.
Om het doel te bereiken moet men veelal op de tast donkere trappen afdalen, met het risico over al datgene te struikelen dat deze kunstvorm zo onaantrekkelijk maakt: snoeren, stekkers veel soldeerwerk en plakband en andere tools of the trade. Eenmaal ter plekke aangeland blijkt het doel slechts te bestaan uit een zich over zekere tijdsspanne uitstrekkende in scène gezette realiteit, die in haar arrogantie het veilige kastwerk niet verlaat. Onderwijl gloort achter ons, en wel bóvenaan de trap, zoals het hoort en gebruikeliik is, het waarachtige Licht van de Werkelijkheid. Dan blijkt ook dat het enige nuttige aspect aan de onderneming geweest is, dat men in dit Besef aan de Terugtocht kan beginnen. De Trap bestijgen naar de Werkelijkheid.
Mocht u iets willen citeren: Perry, Paul. "Beauty Farm: Corresponding to Essence." Mediamatic Magazine vol. 1 # 1 (1986).