Mediamatic Magazine Vol. 0#0 1 jan 1985

Talks on Talking Back

In november 1985 vond Talking Back to the Media plaats in Amsterdam. Een samenwerking van Time Based Arts, De Appel, Shaffy Theater, Kriterion, VPRO-Radio en AORTA. Aan de hand van interviews die hij hield met de kunstenaars- initiatiefnemers reconstrueert Max Bruinsma de conceptie van deze manifestatie.


Het was op de Keizersgracht, ongeveer ter hoogte van de Leidsestraat, 's avonds laat in
Amsterdam, dat David Garcia en Raul Marroquin, op weg naar huis in gesprek raakten over Dara Birnbaum.

Van Birnbaum werden in die tijd, zo'n twee jaar geleden, in het Stedelijk Museum videotapes vertoond die waren samengesteld uit aan de televisie ontleende beelden. Garcia wond zich een beetje op over het heersende idee dat het zich toe-eigenen van beelden uit de massamedia iets typisch Amerikaans zou zijn. Het leek weer het oude liedje: de Amerikanen werden gezien als ontdekkers van een manier van werken die in Europa al geruime tijd werd toegepast.

Vergroot

Logo for <em>Talking Back</em> 1985 -

Raul beaamde dat; Maar in de States hebben kunstenaars ook meer mogelijkheden om dergelijk werk te vertonen. Daar hebben ze kans gezien kanalen te creëren buiten het gevestigde kunstcircuit om. In Europa is er niets.

Zo ontstond het idee om eens vanuit Europees perspectief te laten zien hoe kunstenaars massacommunicatie en de massamedia verwerken.

De twee videokunstenaars haastten zich naar huis, om bij David het prille idee nog eens goed door te spreken. Waarom wilden ze dit?

Er is nog iets interessants zei David nadat ze het zich gemakkelijk hadden gemaakt, namelijk het feit dat de Amerikanen op een volledig andere manier met massacommunicatie omgaan dan de Europeanen. Volgens mij hebben Amerikaanse en Canadese kunstenaars veel meer de neiging om de media letterlijk te nemen, ze presenteren dingen veel meer zoals ze zijn, zonder commentaar en laten je zelf conclusies trekken, terwijl werk van bijvoorbeeld Klaus vom Bruch, Lydia Schouten en van ons meer een soort metaforische benadering heeft. Zou het niet interessant zijn, zo voegde hij eraan toe, om die verschillende benaderingen samen te zien op een festival?

Raul, sprong op.

Ineens zag hij het voor zich: verschillende benaderingen, o.k., maar hij wilde meer: een grootscheepse manifestatie die zou laten zien dat kunstenaars wel degelijk raad weten met het complexe apparaat van de massamedia. Het zou fantastisch zijn om toegang te krijgen tot media en faciliteiten die anders praktisch onbereikbaar zijn. We moeten nieuwe kanalen creëren om ons werk over te brengen zei hij. Dat is volgens mij één van de taken van de kunstenaar. Ik denk dat het van groot belang is dat kunstenaars die met het gereedschap van de massacommunicatiemedia werken hun werk ook buiten de conventionele kunstpodia om presenteren.

Hij dacht aan de musea en galeries waar hij en zijn collega's regelmatig nieuwe videotapes en -installaties presenteerden. Natuurlijk, dat was ook prachtig, maar je moest je conformeren, alsof je je ideeën in een speciaal kostuum stak om ze in het museum te passen. Het is van belang te zien dat we niet meer in een industriële maatschappij leven, maar in een informatiemaatschappij en dat dit ons werk als kunstenaars ook beïnvloedt. Het 'kunstestablishement' is daar nog niet aan toe, dat kijkt nog op een negentiende-eeuwse manier naar kunst. De media die wij gebruiken, de manier waarop wij werken, zijn voor hen niet kosjer, want een videotape is geen verhandelbaar kunstobject, waarmee je kunt pronken. De kunstmarkt, de verzamelaars, accepteren geen werk dat niet is gemaakt door een individu of geen origineel is in de traditionele zin. Stel je voor, er vroeg me laatst iemand om een originele, ondertekende videotape.

Weet je, sprak David na enige tijd, ik vind het zo vanzelfsprekend dat je werk maakt dat reageert op de omgeving waarin je leeft. Het gaat automatisch: ik wil werk maken over hoe ik leef en waar ik leef. Ik ben geneigd om de wereld van de verbeelding, inclusief de media, echt te zien als een landschap waarin je kunt wonen, waar je doorheen kunt lopen. Het is net zo echt als stenen en bomen, het is een landschap dat net zoveel invloed heeft op menselijk gedrag als het echte landschap.

Uit een gemakkelijke leunstoel klonk zacht de stem van Annie Wright, David 's artistieke partner. Het is geen landschap, het is een jungle. Landschap is te tam.

Vergroot

Talks on talking back -

Je hebt gelijk, antwoordde David. Het is een oerwoud van beelden die ons omringen: posters, etalages, geluid, en natuurlijk ook televisie, radio, kranten en tijdschriften. Je moet ze niet gescheiden zien, het is inderdaad net een jungle, vol vreemde planten. Sommige bijten je een been af, bromde Annie, dat is het fascinerende.

Raul volgde zijn eigen gedachten. Dat landschap van David vond hij wel best, maar hij was zelf toch meer geneigd om te denken in termen van een netwerk: een wereld omvattend netwerk van informatie en media, dat slechts op de juiste impuls wachtte om tot een wereldwijd multimedia kunstwerk te worden. Het gereedschap was er, het kwam er op aan het te gebruiken.

Als we die nieuwe werktuigen gebruiken, moeten we ook zoeken naar nieuwe wegen om ze te hanteren; je kunt met video niet werken als een schilder, een camera is geen penseel.

Precies! Ook David veerde op. Je zegt dat we nieuwe presentatie mogelijkheden moeten zoeken om ons werk te tonen, en natuurlijk moeten we dat doen maar het lijkt me tegelijkertijd ook interessant voor onszelf, als kunstenaars. Ik bedoel: ik ben erg nieuwsgierig naar wat er gebeurt wanneer ons werk, dat immers ontleend is aan de taal, de vormen en de inhouden van de massa media, weer teruggebracht wordt in dezelfde stroom als waaruit het is voortgekomen. Ik ben benieuwd naar wat voor vreemde spanningen er dan kunnen optreden.

David begon langzaam te zien wat hem zo fascineerde aan dat idee van een mediafestival: het ging hem er niet om dat je via de kabel of de televisie honderdduizenden mensen kon bereiken. Tuurlijk, dat zou mooi zijn maar zijn motivatie was persoonlijker van aard, egocentrisch haast; hij wilde wel eens meemaken hoe zijn werk eruit zou zien, wanneer het getoond werd in de context van de massamedia, in plaats van in de beslotenheid van een videopresentatie. Of dat zijn werk zou veranderen, of het werk de dagelijkse ononderbroken beeldenstroom voor een moment een ander accent zou kunnen geven.

Goed, zei hij, ik word beïnvloed door het media-landschap, maar laten we eens een radicale tegenzet doen: een 'counterenvironment' maken, gebaseerd op dezelfde principes van chaos en overdaad als de media, en op de één of andere manier een dramatische draai aan het geheel geven.

David 's gedachtenstroom werd onderbroken door een kort belsignaal, dat een bezoeker aankondigde. Hij deed de deur open en liet de gast binnen; het was ULISES CARRlON .

In een paar woorden brachten de aanwezigen hem op de hoogte van hun plan
voor een grootscheepse manifestatie van mediakunst.

Het lijkt me de moeite waard om het samen te doen besloot David zijn samenvatting. Wanneer ik alleen mijn eigen dingen zou terugbrengen in de context van de massamedia, zou dat een minimaal effect hebben, maar als een aantal kunstenaars die op dezelfde manier werken dat nu eens konden coördineren en op dezelfde tijd, in dezelfde stad een media environment creëerden! Dat lijkt me het meest opwindende, ging hij enthousiast voort, laten we proberen de hele stad te beïnvloeden, maar dan ook echt met gebruikmaking van alle media: televisie, posters, etalages, publicaties, radio, tentoonstellingen, stickers, alles! Ons werk terugbrengen in het medialandschap betekent ook dat we de hele manifestatie moeten opzetten als een multimedia campagne. Net als bij de lancering van een nieuw product op de markt, dan wordt ook de hele media- mix ingezet om het een zo breed mogelijke bekendheid te geven. We moeten de mensen er zoveel mogelijk van doordringen.

Terwijl David zijn dromen ontvouwde was Ulises naast de televisie gaan zitten op zoek naar een oude B-film. Hij vond echter niets dan het Duitse volkslied. Het was al laat, Voordat we verder praten, is er nog iets dat voor mij van het grootste belang is, zei hij, terwijl hij het geluid uitzette, en dat is het aspect van de organisatie.

Dat spreekt vanzelf, onderbrak Raul, het moet een perfect georganiseerde manifestatie worden, alles moet puur professioneel zijn! Maar dat is te regelen, ik ken een groot aantal vakmensen die bereid zullen zijn voor niets mee te werken ...

Natuurlijk moet het er professioneel uitzien, hernam Ulises, maar dat is niet wat ik wilde zeggen. Ik heb altijd geloofd dat organisatie een belangrijk formeel element is van kunst. Kunst is al honderd jaar niet meer het maken van dingen, van autonome objecten. Voor mij is het al een hele lijd duidelijk dat ik geen traditioneel kunstwerk maak, maar processen. Het kunstwerk is het hele proces, de organisatie van een kanaal om wat dan ook aan het publiek te laten zien, in een bepaalde context, en niet alleen datgene wat mensen op een bepaalde plek kunnen zien.

Vergroot

Talks on talking back -

Het kunstwerk in dit geval is het festival dat we willen organiseren, omdat het festival zich tot het publiek richt. Het kunstwerk is niet mijn tape, of die van jullie, het échte kunstwerk is de manifestatie.

Dat was ook mijn eerste gedachte, zei David, verrast opkijkend, een festival maken dat kan functioneren als een kunstwerk op zich. Maar het zal zich natuurlijk ontwikkelen tot een situatie, waarin anderen erbij betrokken worden. Dan zal het niet alléén een kunstwerk zijn, omdat er niet alleen kunstenaars aan het project meewerken.

Ik beschouw dit festival als een kunstwerk, hield Ulises vol, een zo complex en veelzijdig werk dat het nauwelijks te beschrijven valt, dat is het leuke. Ik accepteer het risico dat ik een heel klein rolletje speel in die grote. machinerie, zonder dat ik precies weet in hoeverre ik deelneem, in hoeverre ik het kanaal beheers.

Raul Marroquin schudde zijn hoofd Ik beschouw het festival als geheel niet als een kunstwerk. De tapes, de foto's, de posters, dat zijn de kunstwerken, niet de manifestatie. Het belangrijkste voor mij is niet het festival zelf, dat na zeg een maand op zal houden, maar dat er vanaf dat moment een groot aantal andere projecten ontwikkeld kan worden, dat de manifestatie zal dienen als een springplank voor de ontwikkeling van een kunstenaarsprogrammering in de media. Dat we verder kunnen gaan, niet alleen op de kabel, maar ook via de omroepen, via satelliet, wat dan ook! Als je met die media werkt kun jeje afsluiten en zeggen: 'ik ben een kunstenaar, ik weet niks van bijvoorbeeld budgettering'. Maar ik denk dat je heel goed doordrongen moet zijn van deze dingen als je in die media wereld wilt penetreren. We moeten de confrontatie met de massamedia aangaan en met diegenen die de media beheersen.

Ulises vond dat Raul zich teveel op de technische voorwaarden richtte: Het probleem is niet alleen: hoe krijg ik toegang tot de massamedia, maar vooral hoe maak ik mijn eigen media.

Zeker, antwoordde Raul, De kabel is zo'n mogelijkheid, en in Nederland is ze nog heel jong. In New York kan ik een week lang een kabelprogramma uitzenden als ik wil. Het aantal kijkers zal niet zo groot zijn als bij ABC of NBC, maar niettemin kan ik daar een eigen publiek kweken, en dat is het belangrijke. Zo zou de kabel ook in Nederland ontwikkeld moeten worden, in zeer uiteenlopende richtingen, in plaats van dat het weer een verlengstuk van de omroepen wordt. Wij zouden daar ook aan deel kunnen nemen, en onze eigen media maken.

Televisie is voor mij een model, zei Ulises, dat bepaalt voor een deel mijn activiteiten, die processen maak ik gedeeltelijk na en dus is wat ik maak in principe geschikt voor universele verspreiding. In de praktijk gebeurt dat met, maar daarmee heb ik als kunstenaar toch niets te maken? Je kunt toch niet met je activiteiten stoppen en wachten tot het moment dat je op de televisie kunt uitzenden? Dat lukt niet, om allerlei historische, sociale en politieke redenen, maar dat geeft op zich niets. Ik ben bereid om een model te creëren. Ik ben niet bereid mijn energie te gebruiken om te controleren of het ook werkelijk aan komt.

Ulises strekte zijn armen in een gebaar, dat uitdrukte dat hij het ook niet kon helpen. Hij stond op en trok zijn jas aan. Maar goed, het is al heel laat, dus ik ga slapen, Ciao!

Bye!, Ciao!, riepen de anderen hem na en vatten de draad van hun gesprek weer op.

Het was al volop dag toen David en Raul afscheid van elkaar namen. Morgen zouden ze andere mensen benaderen, het plan verder bespreken, nieuwe ideeën horen. Het moest een project worden waarin alle betrokkenen hun fascinatie voor kunst en de massamedia zouden kunnen uitleven en vormgeven; een veelzijdig maar toch samenhangend festival dat Amsterdam een maand lang in zijn greep zou houden.

Raul vond de tijd rijp voor verandering: 'Narrowcasting' in plaats van 'broadcasting', zei hij in de deuropening, Bij 'broadcast', het uitzenden via een omroep, blijft je input in zekere zin anoniem. Anonimiteit is inherent aan de omroep. Als je het bekijkt vanuit de context van ‘narrowcasting', gericht uitzenden via de kabel, wordt het anders; wanneer je je ideeën op een heel specifieke manier verspreidt kun je je identiteit als kunstenaar bewaren. Via de kabel kun je zeer specifieke groepen bereiken, buurten, kunstminnaars.

Die dag droomde David van een landschap, vreemder dan hij zich kon voorstellen: Ik zag mezelf door de straat lopen, omringd door een voortdurende aanval van beelden. Ik zag me zelf zwemmen temidden van een stroom van beelden, televisiebeelden, affiches, neonborden, glanzende etalages. 'De media zijn alomtegenwoordig? dacht ik die doordringen het gehele leven.' Hierover ging ons werk en zou het niet prachtig zijn dat het gezien kon worden in de context van de stad, als onderdeel van het leven van de stedelingen, en niet slechts in musea en galleries? Het leek hem interessant genoeg voor een festival.

Mocht u hieruit willen citeren: Bruinsma, Max. "Talks on Talking Back." Mediamatic Magazine vol. 0 # 0 (1985).