Op renga-bijeenkomsten komen in eenvoudige kamers vier tot zes dichters bijeen - voornamelijk boeddhistische priesters en hovelingen - en blijven urenlang verschoond van ‘wereldse zaken’. Gewoonlijk was er uitzicht op een tuin, hing er een schilderij van Hitomaru (de beschermheilige van de Japanse dichtkunst) in de tokonoma alkoof en werd er sake of thee geserveerd.
In de praktijk componeren de deelnemers aan een rm^-sessie beurtelings korte gedichten van om en om 5-7-5 lettergrepen en 7-7 lettergrepen. Elk gedicht moet reageren op het voorafgaande en wel zodanig dat elke twee schakels een coherent poëtisch idee vormen, terwijl drie opeenvolgende schakels dat niet per se hoeven. Deze hybridische gedichten bevatten vaak zo’n honderd schakels, die allemaal geschreven zijn op vellen decoratief papier, die tot een boekje werden gevouwen. Veel van deze boekjes bestaan nu nog. Ook nog voorhanden zijn een aantal esthetische verhandelingen over deze kunstvorm, waarvan de bekendste de Sasamegoto of‘Fluisteringen' van Shinkei (1406-1475) zijn. Ze formuleren uitgebreid precieze regels voor soorten verbanden - direct, indirect en associatief - en tevens voor welke onderwerpen op welk punt in de totale compositie behandeld moeten worden. Bijvoorbeeld seizoensgebonden woorden in de laatste schakel van elk kwart van het gedicht, een verwijzing naar de maan, etc. Het eerste vers of hokku was het meest cruciale, omdat het de toon voor het hele gedicht zette. Daarom viel aan de meest ervaren dichter de eer te beurt om de sessie te beginnen. Heel hiërarchisch, heel Japans.
Na verloop van tijd voegden de opeenvolgende beoefenaren er zoveel regels aan toe dat de kunstvorm bezweek aan zijn eigen complexiteit. Maar niet voordat hij nieuwe kunstvormen had voortgebracht zoals de vermaarde haiku, die zich ontwikkelde uit de hokku. De hybridische esthetiek van renga verklaart, zelfs heden ten dage nog, veel van de Japanse gevoeligheden. De electronische ‘video- brieven’, lange tijd de steunpilaar van het JVC Tokyo Video Festival en, onbetwistbaar, de populairste vorm van videokunst in Japan, hebben waarschijnlijk veel aan de renga te danken.
Nog een laatste opmerking bij onze cadavres in beeldvorm: het idee van renga kan heel goed van het verbale naar het visuele vertaald worden door een nogal onconventionele combinatie van kanji karakters; door ga ‘vers’ te vervangen door het homonieme ga ‘beeld’ ontstaat er een nieuw hybridisch genre. Wie doet er mee met Renga round the Globe, honderd schakels van dertig seconden video van, laten we zeggen, afwisselend 5-7-5 en 7-7 cuts, die rond de wereld worden gestuurd op een videocassette? De dromen der technologie brengen logistieke nachtmerries voort. Dozo, osaki ni... ‘Gaat u voor, alstublieft...’
Vertaling Jans Possel
Voor meer informatie over renga, lees/For further reading on renga, see: Earl Miner Japanese Linked Poetry. Princeton University Press 1979 & Hiroaki Sato One Hundred Frogs: Weatherhill Tokyo, 1986