Mediamatic Magazine Vol. 8#2/3 Mike Davis 1 jan 1995

Beyond Blade Runner: Urban Control (3)

The Ecology of Fear

Parallelle Universa

Vergroot

Back of Mediamatic Magazine 8#2/3 -

Burgess en zijn studenten, voor wie het Chicago van de twintiger jaren één groot laboratorium was, twijfelden geen moment aan de 'ruwe werkelijkheid' van de fenomenen die zij systematisch in kaart trachtten te brengen. De empirische methode kwam overeen met de empirische realiteit. Het beeld, de mythografie van de stad deed zich niet voor als belangwekkende sfeer op zich. Evenmin schonk de School van Chicago enige aandacht aan de kritieke rol die de Tentoonstelling van Columbia vervulde als ideaalbeeld van de stedelijke planning. De Wereldtentoonstellingen in Chicago (1892 en 1933) waren weliswaar pretparken avant la lettre, maar de stedelijke sociologie bood nog geen conceptuele plaats voor de stad als simulatie.

Vandaag de dag is het probleem onvermijdelijk geworden. De hedendaagse stad simuleert (of hallucineert) zichzelf op tenminste twee doorslaggevende manieren. Ten eerste verdubbelt de stad zichzelf in dit tijdperk van elektronische cultuur en economie, door middel van de complexe architectuur van haar informatie- en medianetwerken. Wellicht zullen postmoderne flaneurs (of 'toetsenbord-cowboys'), zoals door William Gibson voorspeld, binnenkort met hun driedimensionale interfaces kunnen dwalen door de lumineuze geometrie van deze mnemotechnische stad, waar data-bases 'blauwe piramides' en 'kille helix-armen' worden.

In dat geval zal de urbaine cyberspace - opgevat als de simulatie van de stedelijke informatie-orde - zich doen gelden als nog beslotener, en nog sterker van enige ware openbare ruimte gespeend, dan de traditionele stad-van-steen. Southcentral-LA bijvoorbeeld is een zwart gat wat betreft data en media, verstoken van enige lokale TV-programmering of verbindingen naar de grote datasystemen. Zoals het in de vroege twintigste eeuw tot een huisvestings- en arbeidsgetto verwerd, ontwikkelt het zich nu tot een elektronisch getto binnen de informatiestad in opkomst.

Ten tweede wordt het sociale verbeeldingsvermogen in toenemende mate belichaamd door kunstmatige landschappen - pretparken, 'historische' wijken en promenades - die los staan van de rest van de metropool. De keizers van de postmoderne filosofie (Baudrillard, Eco, etc.) zijn het er uiteraard over eens dat Los Angeles de wereldhoofdstad van de 'hyperrealiteit' is. Traditioneel gezien waren de grote pretparken hier altijd in de eerste plaats architectonische simulaties van de film- en televisiewereld. Zo kon je bijvoorbeeld in de oude Selig-Zoo een kijkje nemen op de jungleset van Tarzan, of in Knotts Berry Farm en de bijbehorende spookstad Calico mee doen aan een heuse Western. En er was natuurlijk Disneyland, dat zijn deuren wijd open stelde voor het 'Magisch Koninkrijk' van tekenfilmhelden en karikaturale historische biografieën.

Tegenwoordig wordt de stad zelf - beter gezegd, haar ideaalbeeld - echter onderwerp van simulatie. Door de recente neergang van de militaire ruimtevaartindustrie in Zuid-Californië is de toerisme/hotel/amusementssector de grootste werkgever van de regio geworden. De toeristen staan echter steeds minder te springen om de reële gevaren van LA's 'stedelijke jungle' te trotseren. Zoals een MCA-woordvoerder klaagde: Op iedere straathoek staat wel iemand met een bord Ik werk voor een bord eten, (...) het is niet leuk meer in de stad.

Volgens MCA en Disney ligt de oplossing in de nabootsing van essentiële delen van de stad binnen de veilige grenzen van hotel-forten en ommuurde pretparken. Als resultaat hiervan ontstaat geleidelijk aan een kunstmatig Los Angeles, dat in essentie een ondernemersarchipel is van zwaarbewaakte trekpleisters waar welgestelde toeristen zich kunnen ontspannen, massa's geld uit kunnen geven en het weer 'leuk' kunnen hebben. Een grotendeels onzichtbaar leger laagbetaalde werknemers, zelf veroordeeld tot een bestaan in feitelijke thuislanden zoals de Santa Ana- (Disneyland) en Lennox (LAX) -barrio's, moet de simulatie-machinerie draaiende houden.

De competitie omtrent 'authenticiteit' waarin deze gesimuleerde landschappen met elkaar verwikkeld zijn, heeft een merkwaardige dialectiek tot gevolg. De simulaties hebben de neiging niet het 'origineel' (voor zover daarvan sprake kan zijn), maar elkaar te kopiëren. Neem het voorbeeld van de meervoudige ofwel exponentiële hyperrealiteiten waarmee de ondernemersstrijd om het monopolie op 'Hollywood' gepaard ging.

Hollywood(s): De Machten van de Simulatie


Al vijfenzeventig jaar heerst er een wankel evenwicht tussen de vervallen wijk die Hollywood heet, en het glamoureuze Hollywood van de filmwereld. De filmsterren hebben natuurlijk nooit in de tenement-vlaktes gewoond en de meeste grote studio's zijn al lang naar de voorsteden verhuisd. Nathaniel West gaf nog de beste beschrijving van het Hollywood van de jaren '30; het tehuis van het 'vlooienvolk' - de figuranten, arbeiders, toneelknechten en mislukte would-be sterretjes.

Het verband tussen het Hollywood uit de verbeelding van het wereld-filmpubliek en zijn aardrijkskundige locatie, moest dan ook zorgvuldig in stand worden gehouden door regelmatig terugkerende rituelen (premières, Oscaruitreikingen, etc.) en de magische opwaardering tot toeristisch bedevaartsoord van een handvol locaties (de Bowl, Graumann's, etc.). Maar met de aftakeling van het werkelijke Hollywood tot een super-gewelddadige achterbuurt, zag de afgelopen generatie ook de aftakeling van de magie en het einde van de rituelen. Het vervagende verband tussen historisch significator en gesignificeerde gaf gelegenheid tot de herrijzenis van Hollywood in een veiliger omgeving. Zo creëerde Disney in Orlando een verbluffende, Art Déco-afspiegeling van MGM's 'gouden eeuw', terwijl aartsvijand MCA in de Universal Studios, Florida, pareerde met een eigen geïdealiseerde versie van de Hollywood Boulevard en Rodeo Drive.

Intussen leidde de vlucht naar Florida van Disney en Hollywood tot een verdere recessie op de woningmarkt in het echte Hollywood. Na een verbeten strijd met de plaatselijke huiseigenaren, wisten de belangrijkste grootgrondbezitters de stad akkoord te krijgen met een facelift van Hollywood Boulevard - $1 miljard. Opzet was de transformatie van de Boulevard in een afgerasterd, lineair pretpark dat gefinancierd zou worden door mega-amusementshallen aan beide uiteinden. Nog tijdens de onderhandelingen met potentiële investeerders echter trok MCA het kleed weg onder de voeten van Hollywood Redux met de aankondiging dat in Universal City, haar nabijgelegen belastingontduikingsenclave, zou worden begonnen aan de bouw van een parallelle stedelijke werkelijkheid onder de naam 'CityWalk'.

CityWalk, bedacht door meester-illusionist Jon Jerde, is een 'ideale werkelijkheid', de samensmelting van het beste dat Olvera Street, Hollywood en de West Side te bieden hebben, in simpele hapklare brokken, te consumeren door toeristen en burgers die geen behoefte hebben aan het avontuur van rondvliegende kogels... in het Derde Wereldland dat Los Angeles is geworden. CityWalk biedt de bezoeker staaltjes Mission Revival en Art Déco, naast de Moderne stroomlijn en 'LA Lokale Stijl' (de Brown Derby), maar ook 3D-Billboards, een reusachtige King Kong in een 23 meter hoge neon-totempaal en een eigen wijkteam om de veiligheid te waarborgen. Ter verzachting van het pijnlijk kunstmatige gevoel van deze melange, worden een 'tikje oudheid' en een 'vleugje rommel' toegevoegd:

 
Door middel van decoratieve uitschieters zullen de ontwerpers de gloednieuwe straat voorzien van een aura van instant-geschiedenis; voor de openingsdag zal een aantal gebouwen zo beschilderd worden dat het lijkt alsof ze tot voor kort bewoond waren. In de terrazzovloer wordt snoeppapier ingemetseld, dat de indruk moet wekken dat het er door vorige bezoekers is achtergelaten.

De projectontwikkelaars van Hollywood gingen onmiddellijk in de tegenaanval, met de presentatie van een kosmetisch plan ($ 4,3 miljoen) waarvan één onderdeel de asfaltering van Hollywood Blvd. met 'glitters' van gerecycled glas zou zijn. Opgeruimd en beglitterd of niet, het lijkt niet waarschijnlijk dat de oude Boulevard het ooit op zal kunnen nemen tegen de hyperrealistische perfectie op de Universal-heuvel. Zoals de MCA-beheerders geduldig blijven uitleggen, is CityWalk geen promenade maar een revolutie op het gebied van de stedelijke vormgeving... een nieuw type stadswijk - een stadssimulator. Sommige critici vragen zich oprecht af of we hier niet met een moreel equivalent van de neutronenbom te doen hebben: de stad ontdaan van alle doorleefde menselijke ervaring. Het nep-fossiele snoeppapier en het overig bedrog: hoor de smadelijke lach van CityWalk terwijl het ieder spoor uitwist van ons waarachtig geluk, verdriet en inspanningen.

De Vervuilde Buitenrand

Waar houdt de nachtmerrie op? Burgess was niet bijster geïnteresseerd in stedelijke grenzen. Zijn dartboard Chicago loopt eenvoudig over in een vage 'forensenzone' en, daarachter, de Maïsgordel. De stadsgrenzen van Dystopia vormen echter een intrinsiek fascinerend probleem. Men zal zich het onwaarschijnlijke wijken voor de geest kunnen halen van de duistere megalopool uit Blade Runner voor het omringende Ecotopia - eeuwiggroene wouden en onbegrensde wildernis.

Een happy end dat het Los Angeles van het jaar 2019 beschoren zal blijven. Postmodern geograaf Edward Soja wees al op het feit dat de Zuidcalifornische grens nu al, langs een vrijwel ononderbroken omtrek van woestijnen, wordt afgebakend door militaire luchtmachtbases, oefenterreinen en woestijn-oorlogsreservaten. Ondertussen wordt er onmiskenbaar een tweede, niet minder angstaanjagende cirkel getrokken rond deze Pentagon-woestenij. Los Angeles, verstikt door de eigen afvalproduktie die haar stortplaatsen doet overlopen en haar kustwateren vervuilt, maakt zich op voor de export van haar afval en gifgrond naar de Eastern Mojave-woestijn en Baja California. In plaats van de produktie van gevaarlijk afval te verminderen, treft de stad eenvoudig voorbereidingen om de opslag ervan te 'regionaliseren'.

Deze Vervuilde Buitenrand in spe houdt onder andere de aanleg in van reusachtige stortplaatsen bij Eagle Mountain (in de voormalige open ijzermijn Kaiser) en mogelijk in de omgeving van de gesloten luchtmachtbasis Adelanto. Verder zal de controversiële bouw van een opslag voor radioactief afval nabij Needles in de Ward Valley doorgang vinden en zullen zwaar vervuilende industrieën, zoals plaatwerkerij en meubelfabricage, moeten verhuizen naar Tijuana's maquiladora-gordel. De gevolgen voor het milieu zouden weleens catastrofaal kunnen zijn.

Zo zullen bijvoorbeeld de 300.000 vaten nucleair afval die men wil opslaan in de open greppels van de Ward Valley, nog 10.000 jaar lang dodelijk zijn. Het radioactieve tritium zal een blijvend gevaar opleveren voor de nabijgelegen Colorado River; lekkage zou deze onvervangbare watervoorziening van het grootste deel van Zuid-Californië vergiftigen. De enorme stortplaats op Eagle Mountain - bijna 4 km3 - op zijn beurt zal niet alleen het grondwater vervuilen, maar zal ook een giftige smog-sluier creëren boven een groot deel van de oostelijke Riverside County. Verder zal de vlucht naar Mexico van gevaarlijke industrieën, die uiteindelijk een groot deel van LA's petrochemische industrie in haar kielzog mee zal slepen, leiden tot een verhoogde kans op Bhopal-achtige catastrofes.

Kortgezegd zal de vorming van deze afvalgordel leiden tot een versnelde achteruitgang van het milieu van heel westelijk Amerika en delen van Mexico. Nu al is een derde van het bomenbestand van Zuid-Californië door smog verstikt, de diersoorten van de vervuilde Mojave-woestijn sterven in hoog tempo uit. In de toekomst zal de dodelijke werking van LA's radioactieve en carcinogene afval zich wellicht doen gelden tot Utah of Sonora. De Vervuilde Buitenrand zal een uitgestorven zone zijn.

Voor het Ontwaken...

Alle Burgessiaanse diagrammen en analogieën terzijde, wat zal uiteindelijk het ware lot zijn van Los Angeles? Zullen de opkomende surveillance- en repressietechnologieën helpen de klasse- en rassenverhoudingen te stabiliseren, de kloof van de nieuwe ongelijkheid te overbruggen? Zal de ecologie van de angst de natuurlijke orde van de 21ste-eeuwse Amerikaanse stad worden? Zullen prikkeldraad en bewakingscamera's eens dezelfde sentimentele herinnering aan het voorstadsleven met zich dragen, als witgeschilderde tuinhekken en honden die Spot heten?

Misschien kan een wereldwijd perspectief ons verder helpen. Het Los Angeles van het jaar 2019 zal de kern vormen van een moederheelal met zo'n 22-24 miljoen inwoners in Zuid- en Baja Californië. Samen met Tokio, Sao Paulo, Mexico City en Shanghai zal zij een nieuwe fase in de evolutie vertegenwoordigen: mega-steden met 20 tot 30 miljoen inwoners. Het is van belang te benadrukken dat we het hier niet alleen hebben over een grotere versie van een oude, welbekende soort; het betreft hier een volkomen nieuwe en onvoorziene sociale levensvorm.

In feite weet niemand of fysieke en biologische systemen van een dergelijke omvang en complexiteit wel levensvatbaar zijn. In elk geval geloven veel experts dat de groei van mega-steden in de Derde Wereld uiteindelijk zal uitmonden in milieu-holocausts en/of stedelijke burgeroorlogen. De hedendaagse 'Nieuwe Wereldorde' laat in ieder geval genoeg barbaarse voorbeelden zien van totale sociale desintegratie - van Bosnië tot Somalië - om de reële angst voor een apocalyps in de mega-steden te kunnen bevestigen.

Tokio vormt, ondanks de onvermijdelijke natuurrampen, de uitzondering op de regel - maar dan alleen dankzij het uitzonderlijk hoge niveau van publieke uitgaven, individuele welvaart en sociale discipline (en omdat Japan in culturele zin veel meer een stedelijke, dan een voorstedelijke samenleving is). Los Angeles echter heeft zich in het recente verleden meer ontwikkeld in de richting van een Sao Paulo of Mexico City, dan van een postmodern Tokio-Yokohama.

Theoretisch gezien is het natuurlijk niet uitgesloten dat een Democratische regering vanuit Washington het komende decennium het Amerikaanse stedelijke verval om zou kunnen keren, door zich te werpen op uitgebreide nieuwe openbare voorzieningen. Maar het zal uiterst moeilijk blijven om het Congres achter investeringen in de wederopbouw van de stadskernen Boswash en Zuid-Californië te krijgen, zolang het begrotingstekort uit het Reagan-tijdperk de binnenlandse politiek blijft domineren. Het voornaamste erfgoed van de Perot-beweging - de meest succesvolle kiezersopstand van de laatste 75 jaar - zou weleens precies die fiscale Gordiaanse knoop kunnen blijken die ze rond enige mogelijke oplossing voor de stedelijke crisis heeft weten te leggen.

Als de hoop op stedelijke vernieuwing, die door de aardverschuiving van Clintons verkiezing voorzichtig werd aangewakkerd, weer teniet wordt gedaan, kunnen de in dit pamflet beschreven dystopische tendensen alleen maar worden versneld. Met name in het specifieke geval van Los Angeles, waar door de recessie al een vijfde van de fabrieksbanen is weggesaneerd, is weinig vooruitzicht op steun van de privé-sector. Zelfs de traditioneel meest optimistische econometrische modellen voorspellen een 'Texaanse' regionale crisis die tot 1997 zal duren; de waarzeggers van de Southern California Association of Governments spreken zelfs van een stabiele werkeloosheid van 10-12% die de komende twintig jaar zal aanhouden.

Nu de gouden droom vervliegt, is het moeilijk te blijven geloven in geweldloze sociale vernieuwing. Als de rellen van 1992 een voorbode waren, zou het anomische buurtgeweld zich wel eens kunnen ontwikkelen tot een meer georganiseerde vorm van politiek geweld. Zowel smeris als gangleden praten al met angstaanjagende zakelijkheid over de onvermijdelijkheid van een of andere stadsguerilla-oorlog. En de groeimetropool Los Angeles is, ondanks alle nieuwe burenmuren en scanscapes - zelfs ondanks het toekomstig alziend politieoog - op unieke wijze vatbaar voor strategische sabotage.

Zoals al bleek in Belfast, Beiroet en, in een recenter verleden, Palermo en Lima, is de autobom het anonieme stedelijke terreurwapen bij uitstek (of in de woorden van een contra-spionage-expert, de surrogaatluchtmacht van de armen.) Met autobommen werd half Beiroet in puin gelegd, werd een wijk die bekend stond als het 'Beverly Hills van Lima' uitgemoord en werden Italiës zwaarst bewaakte ambtenaren afgeslacht. Als het Britse leger als enige in staat was Belfast uiteindelijk autobom-vrij te maken, was dit slechts te danken aan jarenlange toegewijde arbeid en de constructie van een gigantisch veiligheidsnet rond de hele binnenstad. Een vergelijkbaar preventieprogramma - het sluiten van de snelwegen en de zware versterking van alle openbare voorzieningen, olieraffinaderijen en - pijpleidingen en commerciële centra - zou in Los Angeles niet alleen tientallen miljarden dollars kosten, maar ook het einde betekenen van de stad als functionele eenheid.

Kortgezegd belooft LA's wegennet aan de toekomstige stadsterrorist, wat het tropische regenwoud of de Andes-piek de plattelands-guerrillero biedt: de ideale uitvalsbasis.

Als wij blijven toestaan dat onze grote steden vervallen tot misdadige Derde Werelden, zal geen ingenieuze, hedendaagse of toekomstige beveiligingstechnologie de bezorgde middenklassen nog bescherming kunnen bieden. De knal van de eerste autobom die afgaat op Rodeo Drive of voor de City Hall, zal ons doen ontwaken uit wat maar een boze droom was - en ons met de werkelijke nachtmerrie confronteren.

vertaling P LA-B

Dit artikel is voor het eerst gepubliceerd in Open Magazine Pamphlet Series, Pamphlet #23, Open Media, New Jersey, USA, december 1992.