Na de triomf van de postkoloniale humanitaire wereldkunst in de idealistisch poëtische sfeer van de Magiciens de la Terre (een door de Franse diplomatie in 1989 in het Centre Pompidou te Parijs georganiseerde tentoonstelling), zijn nu de realisten weer aan slag. Deze duidelijke kentering werd afgelopen zomer zichtbaar op de tentoonstelling Allocaties, een annex van de land- en tuinbouw wereldtentoonstelling Floriade, in Zoetermeer. Met enkele aan de Gaia-beweging en aan het holisme ontleende accenten werd hier, met de landart van de jaren zestig en zeventig als artistieke achtergrond, een gebeuren geënsceneerd dat de periodes van de abstracte onschuld of de poëtische trans-avant-gardes definitief afsloot.
Centre Pompidou verdedigde met de Magiciens de la Terre een beeld van een terugblikkende, nostalgische, via Frazer en Freud samengesmolten humanistische wereldcultuur. Allocaties blikt in de toekomst, formuleert een uitgangspunt dat het begin wil zijn van een futuristische wereldcultuur. Met een beeldend kunstenaar die niet uit de gegevens van de artistieke traditie put, maar van de input uit uiteenlopende data bases gebruikmaakt. Geen uiting van een postmoderne artistieke verwarring, maar een holistisch georiënteerde aanpak, die als vanzelf de conceptuele aspiraties van de wereldnetwerken weerspiegelt. En tegelijk toch een duidelijke artistieke keuze. Want in het zicht van een door de digitale ontwikkelingen nauwelijks voorspelbare, en voorstelbare toekomst, zal de kunstenaar zich vaak als een sjamaan moeten gedragen. Een ziener die in de schaduw van de zich sterk makende Gaia-cultuur met zijn artistieke intuïtie mogelijkerwijs een alternatief perspectief op de toekomst kan ontwikkelen. Zo wordt dankzij een door ecologische interessen en holistische aspiraties bepaalde postideologische filosofie, een antwoord op de hedendaagse artistieke uitdagingen geformuleerd. De ecologische kunstexplosie (Robin Cembalest) is op gang gekomen. In de catalogus van Allocaties schrijft mede-organisator Jouke Kleerebezem daarover: Het verhaal van de Ecologie, dat in het midden van de negentiende eeuw bij Haeckel en zijn tijdgenoten en collega's begint, opent een intellectuele wereld én is een venster op een echte wereld, en biedt een rijkdom aan feiten en hypothesen over de communicatie van de mens in zijn omgevingen. Deze onderzoekingen bieden een zeer uitgebreide en relevante bibliotheek aan culturele modellen voor de waarneming, idealisering, ritualisering en het geheugen van de menselijke ervaring en het daarmee verbonden en daarop gebaseerde handelen.
Tijdelijke Autonome Zones
Vandaag de dag worden de meest uitdagende artistieke waarnemingen misschien wel vanuit dit ecologische gezichtsveld geformuleerd. Zijn de Biosphere in de afgesloten piramide in Arizona, of de opmerkelijke gezichtspunten die Marvin Minsky formuleert in Society of Mind, immers niet ook herkenbaar als artistieke modellen? Ze maken duidelijk dat de kunst net zo goed als de planeet aarde alleen kan overleven in het zich voorbereiden op een 'close encounter'. Ook een begrip als de Tijdelijke Autonome Zone, waar de wereld als geheel ondergebracht wordt binnen een beperkte omgeving, speelt hier een rol. In die zin is dit de zoveelste naam voor het eigen terrein dat de kunstenaar claimt en in de ruimte uitzet. Een oude traditie: het Vlaanderen van Jan van Eyck, de ruïneuze romantische Umwelt van Hubert Robert, maar ook de De Povlakte, die door Antonioni, de Canyons die door John Ford en de Pont Neuf die door Leos Carax worden geannexeerd. Paul Bowles gebruikt in Let It Come Down de Internationale Zone van de Tanger als zijn werkterrein, zoals Dublin dat voor James Joyce was. Geen kunstenaar die niet naar een bestaande of imaginaire wereld verwijst om zijn persoonlijke metafoor een hechte basis in de werkelijkheid te verschaffen. Herkenbare geografische plekken geven een persoonlijke artistieke sfeer geloofwaardigheid, want het bevat de schijn van een democratisch model. Een hecht plechtanker in de werkelijkheid geeft de vervoering en de vlucht van de goddelijke inspiratie wat meer vastigheid. In het naar de tijdelijke autonome zone vernoemde boek van Hakim Bey (t.a.z. The Temporary Autonomous Zone) is het de ontologisch anarchistische, poëtisch terroristische variant.
[[image02]]
Voor de tentoonstelling Allocaties
1 Allocaties, een tentoonstelling met kunst voor een natuurlijke en kunstmatige omgeving, was in de zomer van 1992 te zien in Zoetermeer, Nederland.
werd een stuk landbouwterrein in Zoetermeer ontgonnen en nodigden de organisatoren vervolgens een achttiental kunstenaars uit voorstellen te doen voor artistieke ingrepen. Zo werd het terrein langzamerhand opgedeeld in een verzameling niemandslandjes waar de uiteenlopende bijdragen hun eigen omgeving creëerden. Kleerebezem en zijn collega's hadden het oog niet op de conventioneel werkende kunstenaars laten vallen, maar waren vooral op zoek naar werk waar ecologische informatie boven het esthetische vertoog gaat. Zij verlangden een grote aandacht voor de strijd tegen de uitputting van Moeder Aarde. Zo kwam een tentoonstelling tot stand waarin kunstenaars als Mel Chin, Chen Zhen, Arno van der Mark en Paul Perry uitspraken deden over environment, ecosystemen, globalisme en andere overlevingstactieken.
Hoewel de revolutionaire ideeën van de land art van twee decennia geleden allang gesanctioneerd zijn, heeft de hedendaagse kritiek toch als versteend op de ecologische weerklanken van Allocaties gereageerd. Dat de conventionele beeldtaal grotendeels vervangen bleek door de sfeer van 'survival kits' was voor velen een grote schok. En dat terwijl de holistische opstelling die een sociale verantwoordelijkheid voor de kunst opeist, binnen het postmoderne discours toch allang een eigen plek gevonden heeft. Maar die wordt kennelijk vanuit de ivoren toren van de conservatieve esthetiek vooral als een onwelkome indringer gezien. Aanvankelijk laat ook de meest opmerkelijke recensie, die van Dirk Van Weelden in Kunst en Museumjournaal
2 Dirk van Weelden, 'Vier Ansichten van de Floriade', in: Kunst en Museumjournaal, jrg.4, nr.1, p. 61-63.,
zich zo lezen: als een afwijzing van het getoonde, waarbij hij zover gaat Allocaties zelf te negeren en alleen de opmerkelijke onderdelen van de Floriade te bespreken. Maar wie zijn verhaal herleest, zal inzien dat Van Weelden eigenlijk heel kien, door een directe toespeling op de kunst te vermijden en alleen enkele aspecten van de land- en tuinbouwtentoonstelling aan te roeren, de nieuwe ecologische trend benadrukt. Japanse bloementuinen, een dynamisch elektronische biotoop, de kunst van het water verplaatsen, tuinarchitectuur en hovenierskunst, het zijn deze standaarduitingen die hij op een rij zet. Alsof hij duidelijk wil maken dat de modieuze ecologische begrippen op eenzelfde manier gevaar lopen clichés te worden als de traditionele categorieën. En dat wie niet in de valkuilen van de hooggestemde verwachtingen van de holistisch bevlogenen en de hedendaagse Gaia wil vallen, zich er niet teveel blind op moet staren. Het beeld van een door de ecologische stemmingen bepaalde moderne kunst krijgt in Van Weeldens recensie een uitvergroot, weinig optimistisch toekomstperspectief.
Dat is des te opmerkelijker omdat Van Weelden in zijn boek Mobilhome, waar hij zijn persoonlijke visie op de ideale gestalte van de kunst formuleert, deel van deze sfeer lijkt uit te maken.
3 Dirk van Weelden Mobilhome, De Bezige Bij, Amsterdam 1991.
Althans in de roman die handelt over niemandslanden en eigen ontworpen locaties, speelt de hierboven gesignaleerde tijdelijk autonome zone een belangrijke rol. Juist de plekken waar een individu zijn eigen wereld schept tussen, over en langs de bestaande bebouwing heen, trekken Van Weeldens aandacht. Hoe vol onze wereld ook raakt, hier bestaat geen overbevolking. Iedereen spint op zijn, voor de ander onzichtbare, manier zijn eigen web aan betekenissen. Voor de één is het een afgelegen kunstmatig eiland op de Noordzee in de mond van de Theems, voor een ander is het een Museuminsel. Mobilhome is in zeker zin een roman over conceptuele temporaine artistieke zones. Tegen deze theoretische achtergrond worden in dit boek enkele gedachten ontwikkeld die, meer nog dan de teksten in de catalogus, aan Allocaties een theoretisch fundament lijken te geven. Voortdurend refereert Van Weelden aan de geest van de beeldend kunstenaar waar dingen gedacht worden die eigenlijk niet van deze wereld zijn. Er grijnst iets van een satirisch masker door, maar tegelijk wordt de kunst uiterst serieus genomen. Want ook al zijn de interessantste kunstenaars vaak de aardigste oplichters, hun gedachten kunnen ons wel degelijk inspireren. Ik pleitte in het algemeen die middag voor meer aandacht voor niemandslanden, verval en poreuze materialen... en even verder lezen we dat ...de beste metafoor voor kunst communicatie-, weer- en spionagesatellieten waren, hoe die het luchtledige ingeschoten machines het beeld van onszelf en de plaats waar we ons bevonden binnenstebuiten keerden en zichtbaar en hoorbaar veranderden. De wereld als een samengebalde entiteit, in de greep en de blik van de hedendaagse communicatiepraktijk! Een dergelijk standpunt benadert de nieuwe kunst niet met een esthetische argumentatie, maar hanteert een no-nonsense visie op de kunst. Mij waren kunstwerken liever die op een heldere en schijnbaar onweerlegbare manier mijn opvatting, smaak of gevoeligheid weerlegden en daarmee een ander licht wierpen op wat ik dacht te zien, te weten en te kennen. Zonder uiteenzettingen, zonder symboliek.
Buitenaards
De tijdelijke autonome zone als een tijdelijk asiel. Het is een klassieke artistieke topos, het terrein waar voor enige tijd, onder verlicht regime, een bepaalde elite haar activiteiten ongestoord kan uitoefenen. Allocaties is natuurlijk een regelrechte voortzetting van Field of Dreams waarbij dit keer een kunstenaar in staat is zijn artistieke dromen te realiseren.
4 We kennen die zones overal. In Field of Dreams bijvoorbeeld, een film met Kevin Costner, die handelt over een ex-hippy die contact maakt met een sportman uit een nabij verleden. Samen met andere allang overleden sporthelden maken zij van een maïsveld een honkbalveld en wordt er een voortdurende reis naar het verleden mogelijk gemaakt. Zo kan Costner met de hulp van Shoeless Joe Jackson zijn eigen, nooit verwerkte relatie met zijn vader beter begrijpen. Een tijdelijke autonome zone van een banale soort. Je houdt er je ogen niet bij droog.
Dromen over kunst en verlangen, over beeldende taal en moraal, over de massa en de individuele alledaagse praktijk, over het hier en het heelal. We zijn het niemandsland op het spoor, we verkennen de buitenwijken en het mentale terrein van wat in de jaren zestig de repressieve tolerantie werd genoemd. Een terrein van geestelijke, maar ook commerciële vrijheid, van de internationale handels- en de economische belastingvrije industriële zones tot die van de eigen vrijetijdscultuur.
''
Allocaties als fantasy, waarbij de bloemlezing van essentiële historische land-art-teksten in de catalogus de argumentatie kracht bijzet. Fantasy, een zo op het oog alledaagse werkelijkheid die door buitenaardse krachten wordt geregeerd. Het is het gebied dat de conventionele ideeën van de beeldende kunst achter zich laat voor ontvangst van inkomende berichten uit een andere wereld. Hier circuleren nog onbekende artistieke boodschappen en zetten toeval en geheime inspiratie de toon. De criteria van de sciencefiction cultuur, van de wereld van de Close Encounters of the Third Kind'' zijn de herkenningspunten; de verlossing komt van Elders, is van de Ander afhankelijk. Een annex van de wereldtentoonstelling van land- en tuinbouw wacht op haar invaders, wacht op de buitenaardse belangstelling, en natuurlijk ook op onze gedachten, interpretaties en ideeën over een nieuwe organisatie van de aardse werkelijkheid. Een invasie van een, zo op het eerste gezicht, opwekkende lichtheid. Een door de hedendaagse Gaia-theorieën en milieutrends bepaalde omgeving, met de satellieten van een moderne vormgeving, tenslotte afgemaakt(en dat kennelijk in meer dan een betekenis van het woord) door die onvermijdelijke trend van de hedendaagse moderne beeldende kunst. Of, positiever, een bevrijding uit de dwangbuis van het actuele denken over de moderne kunst dankzij de hulp van de Extraterrestrials en die stimulerende sfeer van het Nieuwe Bewustzijn.
Allocaties toont het platform waar de ontvangst van de buitenaardse tekenen zal plaatsvinden. Het grondwerk is er verricht, er staan antennes opgesteld, herkenningsbakens zijn uitgezet, landingsbanen ingericht, alle toebereidselen gemaakt om de communicatie ook werkelijk goed te doen verlopen. In het soms onzekere beeld lijkt een zeker ongeloof tastbaar, een onzekerheid die de uitstraling alleen maar geloofwaardiger maakt. De catalogus heeft, mede door de nostalgisch futuristische sfeer van de fotografische bijdragen, het karakter van een wetenschappelijke uitgave over een al eerder op de aarde gesignaleerde buitenaardse cultuur. De wereld van de plakplaatjesrage uit de encyclopedische jaren vijftig en de stralende contouren van de buitenaardse objecten bepalen de toon, met de aandacht naar de hemel gericht. Want achter de artistieke verhalen wordt een hemelse uitwisseling bedisseld, waarvan in de Bezoekersgids de uiteindelijke code ligt verborgen. Hier zijn de artistieke rookgordijnen en de historische ballast, die je het moeilijk maken de Allocaties te doorzien, opgeheven. In de herinnering achteraf ligt de sleutel tot de juiste interpretatie. Deze gids toont het werk op locatie, waarbij elke foto één van de mogelijke encounters suggereert. Een fotografisch tableau dat beantwoordt aan de gedachte (zoals ook geformuleerd in Mobilhome) dat de beste metafoor voor kunst de weer- en communicatiesatellieten zijn.
Het is de gewoonte bij wereldtentoonstellingen artefacten, die de stand van zaken in de wetenschap weerspiegelen, met satellieten mee diep het heelal in te sturen of ze in te metselen zodat ze pas ergens ver in de volgende eeuw zullen worden opgegraven. Allocaties doet het omgekeerde: dit is een tijdelijke landingsplek voor buitenaardse bewegingen, voor bezoekende toestellen van een andere planeet. Metaforen voor een intelligente inspiratie. De allocaties zijn een verzameling vrije zones in één enkele, koesterende zone, tijdelijk van karakter, met het voornaamste uitzicht naar boven. Het zijn ogenblikken van afwachten, het zijn de antennes die uit de ruimte hun boodschappen opvangen en er mee aan het werk gaan.
Meer nog dan in de werkelijkheid, geeft de fotografische impressie in de Bezoekersgids een indruk van de ware aard van het getoonde. We vinden er alles in terug wat je kunt verwachten bij de mogelijke ontvangst van buitenaardse gasten, in de traditie van Montezuma die de Spaanse soldaten als goden ontving. Let eens op als je de gids doorbladert. Het is niet moeilijk een samenhangende interpretatie aan de verschillende bijdragen te geven: van de opengestelde wachtkamers van Jan Van Grunsven tot de voedseloffers van Piero Gilardi en de spiegelingen van verleidingen van Q.S. Serafijn; van de zichtbare herkenningstekens voor de invaders van Peter Fend, Mierle Laderman Ukeles, Joke Robaard of Matt Mullican tot aan de herinneringen aan een vorige invasie van Ian Hamilton Finlay; van de beelden van de coördinerende optische instrumenten van Fortuyn/O'Brien tot aan de landingsaanwijzingen van Mel Chin, IFPen Marinus Boezem; van uiteenlopende elementaire relativiteitsaanwijzingen als die van Vito Acconci tot aan de overlevingsuitrustingen van Ashley Bickerton en Chen Zhen; en van de tekenen van een symbolische orde en de navigatie-instrumenten van Fastwürms en Dennis Adams tot aan de totems van kano's en de vinviskaak van Paul Perry: overal vinden we bijna letterlijke aanwijzingen voor een mogelijke communicatie met buitenaardse beschavingen.
Het is de symbolische uitdrukking van een tot een elementair beeld teruggebrachte science fiction. Wat virtual reality, organische computers, hersengolf-interfaces en kunstmatige intelligentie aan invloed op onze kunstopvattingen zullen hebben, zien we hier als in één enkele metafoor gerealiseerd.