Mediamatic Magazine vol 5#3 Richard Wright 1 jan 1990

Videognosis

Wetenschap als Voyeurisme

Voor de moderne wetenschapper moet de krachtigste metafoor voor Foucaults 'ontledende’ blik wel de weergave van de moordlustige fotograaf Mark Lewis zijn in Powell en Pressburgers klassieke film uit i960, Peeping Tom. Toen enige tijd geleden het werk van deze filmmakers op de Engelse televisie werd herhaald, kreeg Peeping Tom extra aandacht vanwege het schandaal dat de film ontketende toen hij voor het eerst werd uitgebracht. De onverdroten afbeelding van de sadistische maar pathetische figuur van de voyeur betekende bijna het einde van Michael Powells carrière, maar tegenwoordig wordt de film door toonaangevende regisseurs geprezen om zijn belangrijke invloed op de filmtaal.

Vergroot

Videognosis -

In het verhaal probeert een jongeman het werk van zijn vader voort te zetten, die in zijn praktijk als psycholoog nauwkeurig iedere handeling en uitdrukking van zijn patiënten op film vastlegde. Zijn eigen onderzoek concentreert zich op de analyse van het menselijk gedrag in momenten van extreme angst. Een obsessief verlangen dit waarheidsgetrouw vast te leggen brengt hem ertoe zijn i6mm camera uit te rusten met een dodelijke spies waarmee hij zijn vrouwelijke proefkonijnen kan doorboren terwijl hij ze met draaiende camera nadert. Telkens als we Lewis dit instrument vanonder zijn regenjas of colbert te voorschijn zien halen bereiden we ons voor op deze vorm van observatie die onvermijdelijk met de dood van het subject eindigt; die zijn dood vereist om de perfecte bestudering van de menselijke emotie in zijn puurste staat te verzekeren. De camera wordt een chirurg van uiterlijkheden die poogt door de laag van alledaagse poses heen te snijden om daarmee een of andere onderliggende motiverende kracht bloot te leggen, in dit geval die van de angst - wat Lewis de mogelijkheid geeft anderen dezelfde indringende afschuw in te boezemen als de camera van zijn overijverige vader hem als kleine jongen inboezemde. De camera is tegelijk oorzaak en gevolg in dit experiment. Net als bij het vakmatige werk van Powell en Pressburger probeert de film hier natuurlijkheid bij zijn subjecten of acteurs uit te lokken door middel van een van tevoren bedachte enscenering en script. De scènes worden vervolgens geselecteerd en bevroren om ze in alle rust te kunnen analyseren in een comfortabele viewing-zaal, net als in een echt laboratorium. De Peeping Tom ontleedt zijn levende specimen zowel op celluloid, als in werkelijkheid. Terwijl Lewis op zijn prooi afkomt verlangt hij vurig naar steeds preciezere details van de reacties van zijn subject, en tegelijkertijd verspoedigt hij het moment van de dood van het slachtoffer zodra het de ultieme uitdrukking van de menselijke aard benadert die Lewis probeert vast te leggen,

Onthullingen

Powell en Pressburgers archetypische thema kun je op eindeloos veel manieren interpreteren - observatie en terrorisme, de camera als mannelijke projectie en sexueel roofdier, de paniek van Lewis wanneer het meisje de camera op hèm richt en hèm tot onderwerp van zijn eigen wanhoop maakt, de relatie van de filmtoeschouwer met het voyeurisme van het kijken naar film, etc, etc. Maar misschien draaien veel van deze zaken wel om hetzelfde centrale punt: het oog als het belangrijkste voertuig op de weg naar bewustzijn en kennis.

Vanuit dit standpunt staat het zien model voor het zich toeëigenen van kennis. De vroegere beperkingen van het menselijk oog kunnen tegenwoordig overkomen worden doordat allerlei soorten camera's en electronische beeldap- paraten voorhanden zijn. Met deze protheses heeft het oog onbeperkt de ruimte gekregen de wereld te testen en te veroveren. De mogelijkheid te kunnen zien wat er in een gegeven situatie gebeurt betekent dat je macht hebt over die gebeurtenis. Wanneer je de chemische reacties in een reageerbuis direct kunt ‘zien’ - elke molecule, een voor een - lijken de gebruikelijke abstracte deducties en wetenschappelijke afleidingen overbodig. Nu de kleinste deeltjes met behulp van microscoop of bellenvat op hun eigenschappen en structuur kunnen worden onderzocht, en de allerverste sterrenclusters geobserveerd en in kaart kunnen worden gebracht terwijl ze aan ons gezichtsveld voorbijtrekken, ontsnapt niets meer aan onze technofiele blik. Tijdsdimensies kunnen onderverdeeld worden, seconden in fracties van seconden.

Momenten kunnen in flinterdunne plakjes worden gesneden en uit de gebeurte- nissenstroom worden gelicht met behulp van camera’s met extreem korte sluitertijden en seizoenen kunnen worden ingedikt tot seconden met time lapse opnames. Nieuwe vormen van onzichtbaar licht worden ontdekt en opgevangen, infrarood uit plantenactiviteit, ultraviolet uit zonnestralen. Van de wetenschapper die de lancering van de Hubble ruimte-telescoop nauwkeurig volgt, tot de bioloog die een das uit zijn hol lokt naar het verblindende licht van de filmlampen... het verborgen rijk van de werkelijkheid wordt geen rust gegund voor het zich heeft laten dwingen beeld te worden.

De laatste ruimtes die visueel waarneembaar zijn geworden zijn de conceptuele ruimtes van het rationele denken, de logische structuren van de computer die door electronische graphics worden onthuld - verlicht, gevisualiseerd en getransformeerd. Onderzoek hiernaar leverde exotische licht- en kleurpatronen op, objecten die uit het dakkamertje van de hersenen van wiskundigen zijn gelokt. Ze blijken visueel verbijsterende vormen te hebben en helemaal niets van de droge, saaie formules die we kennen uit de schoolklas en het schoolboek. De helden van deze nieuwe soort geometrische arabesken zijn de fractals en de zich steeds herhalende functies van de Dynamische Systemen en de Chaos theorie - electronische beelden, meestal punt per punt geplot via een simpele mathematische procedure of algoritme, die dezelfde berekening onvermoeibaar herhaald tot het hele beeld klaar is. Omdat deze beelden worden bepaald door logische handelingen met oneindig precies gedefinieerde getallen, in plaats van door eindige vormen, kunnen ze op ieder willekeurig niveau van gedetailleerdheid gegenereerd worden en is de hoeveelheid vormen die ze kunnen aannemen theoretisch zo groot als de grootste hoeveelheid getallen die je je kunt voorstellen.

De electronische visualisatie van fractals en andere wetenschappelijke data heeft epidemische proporties aangenomen. De American National Science Foundation stelde zelfs dat iedere hedendaagse wetenschapper of ingenieur een computer grapte-werkstation nodig heeft. Voortdurend worden de voordelen ervan aan de wetenschappelijke wereld aangeprezen. Het formalisme van de computer maakt het gemakkelijk digitale modellen en data zodanig te manipuleren, te transformeren en opnieuw te visualiseren dat er uiteindelijk altijd wel een resultaat uitkomt dat er aannemelijk uitziet. Abstracte vermoedens kunnen in concrete vormen gegoten worden, om zo beter begrepen, overgebracht en besproken te kunnen worden. De wetenschapper die over beelden beschikt krijgt een betere conceptuele grip op zijn onderwerp - het zichtbare bekrachtigt de werkelijkheid, creëert de werkelijkheid op een gemakkelijk op te nemen, kant en klare manier.

Zoals te verwachten was zijn deze beelden zo verleidelijk, vooral wanneer ze afkomstig zijn uit de esoterische wereld van de mathematische zekerheden, dat er fractals uit de onderzoeklabaratoria zijn weggesijpeld en zijn doorgedrongen tot de buitenwereld (waar ze vermoedelijk altijd al aanwezig waren, alleen hadden we tot nog toe niet de middelen ze te zien). De laatste tijd hebben verschillende style magazines al verkondigd dat het tijdperk van de Chaos Cultuur aangebroken is, de fractal als totem: fractal-teeshirts, -strips, -popvideo's, - kunst, fractal- bewustzijn. Men is weer in het bekende bedje van mystieke interpretaties en betekenisgeving uitgebarsten om zo de fractals volledig op te kunnen nemen in de culturele smeltkroes.

Volgens sommige mensen heeft het onderzoek naar de patronen van chaotische functies de wetenschap toegan- kebjk gemaakt, haar weer teruggebracht bij de man in de straat. De mogebjkheid een kleurig beeld van paisley motieven en roosvensters te kunnen maken, betekent dat deze voyeuristische wetenschappelijke kennis heel dicht in de buurt van de home microcomputer komt. Het sterk golvende effect van selectief gekleurde schema’s doet sommigen denken aan door drugs opgewekte hallucinaties - cyberdeha. De ervaring in te zoomen op een Mandelbrot Set-fractal, eindeloos spiralen af te dalen en slingerbochten te nemen, is voor anderen een krachtige metafoor voor het oneindige. Anders dan de fotograaf in Peeping Tom, die eeuwig gedoemd is te vernietigen juist op het moment dat het subject op het punt staat zich te onthullen, stelt het fractal-object zich vrijehjk ten toon aan de onderzoekende blik van zijn beschouwer. Want hoe ver je ook in de diepte van het algorithmische beeld kunt zien, de computer kan altijd nog meer details tevoorschijn halen om je blik in te laten zwelgen. Wanneer de fractals in beweging worden gebracht lijkt het alsof je in een bodemloze kalei- doscoop van kleuren kijkt, zonder onderliggende substantie of basis, geen elementaire elementen die voor het oog ondoordringbaar zijn, een puur procesmatige werkelijk- heid, de metafysica van de leegte, een voortdurende orgie voor de onverzadigbare honger van het oog, een afbeelding van het oneindige.

Betekenissen

Maar achter iedere afbeelding schuilt een kunstenaar en een model, en bij computer graphics ligt het model altijd kant en klaar voor het grijpen in de vorm van het computerprogramma waar het beeld in eerste instantie uit voortgekomen is. Voor veel mensen duidt de kracht van de computerkundige wiskunde om chaotische data voort te brengen op een nieuw begrip van wanordelijke fenomenen. Het suggereert dat allerlei willekeurige gebeurtenissen een geordende basis hebben, dat eenvoudige regels de complexe patronen van de creatie kunnen voortbrengen die vroeger alleen aan de ultieme macht van een godheid toegeschreven konden worden. Dit keer is de echte werkelijkheid achter de onthutsende voortgang van de ondoorgrondelijkheden van het leven de Grote Algoritmische Regel. Is dat dan wat de mensen zien wanneer ze naar de flikkerende puntjes op hun VDU- schermen turen? Het ongecompliceerdste antwoord hierop is dat het algorithmische beeld een uitdrukking is van de logische structuur waar hij uit voortkomt, of dit nu een vergelijking van een fractal-boom is, een simulatie van een luchtturbulentie, een sterrencluster uit de melkweg, of de dynamiek van een elastische puddingvorm. Het kan verhelderend zijn een of ander natuurlijk fenomeen te vereenzelvigen met zijn mathematische equivalent, en deze algorithmische basis de rol te laten spelen van het object van de referentiële functie van het beeld.

De mythologie van de betekenisgeving overleeft door zichzelf een nieuwe formulering in puur technische termen te geven. Het logisch determinisme van de digitale media suggereert een directe relatie tussen een gegeven beeld en het proces dat het berekende, waardoor de binaire categorieën van betekenaar en betekenis in deze formele context een nieuwe toepassing kunnen vinden. Het algoritme neemt dan de plaats in van de referent of eerste oorzaak, die geplaatst kan worden in de logische ruimte achter het beeld. Op echt positivistische wijze representeert het beeld alleen het algoritme dat het af te beelden object in een precieze mathematische formulering omvat.

Nu we echter de zogenaamd ideale, systematische, representationele praktijk hebben bereikt, ontdekken we dat de krachtige formalismen van de computer samenzweren om de stroom van betekenisgeving van beeld naar object in eindeloos veel verschillende richtingen af te laten wijken. De in essentie betekenisloze sequentie van logische handelingen die een computeralgoritme definieert maakt hem oneindig muteerbaar zonder dat hij zich om de buitenwereld hoeft te bekommeren, waardoor zijn coherentie als referent volledig wordt ondermijnd. Het enige dat overblijft is de mogelijkheid van de computer het gedrag van een gegeven situatie na te bootsen, om door toevallige combinaties de doeltreffendheid ervan zo groot mogelijk te maken, maar in dit proces alle werkelijkheidswaarde te verhezen. Hetzelfde beeld kan door een willekeurig aantal verschillende algorithmen gegenereerd worden, zo'n vrijheid heeft het computerkundig modelleren. En deze enorme vruchtbaarheid van de computer kan een oneindige reeks visualisaties van dezelfde data en codes tot stand brengen, de ene niet beter dan de andere, allemaal gekozen vanwege de eigen toevoegingen van informatie aan het onderzochte project. Het hiërarchische statusverschil tussen beeld en algorithme vervalt en ze worden uitwisselbaar. Het algorithme zou evengoed het beeld kunnen representeren, als het beeld het algorithme. Op deze manier wordt de computer alleen nog maar gebruikt om de structuur van de representationele praktijk na te bootsen voor het gemak van de traditionele interpretatie.

Er treden effecten van deterministische vervreemding op wanneer er herkenbare fenomenen tevoorschijn komen uit een warboel van onderling verbonden processen en informatie-uitwisselingen, de oorzaak van ieder waarneembaar teken dat ten onder gaat in het gemurmel van voortsnellende datawegen. Deze hoeveelheid met elkaar verknoopte signalen staat als een barrière tussen de onderzoeker en een begrijpelijke uitleg van de werking van het systeem, het enige dat hij weet is dat het werkt. Zijn rationele coördinaten zijn zo ingewikkeld dat zijn werking niet kan worden ‘begrepen’ of'geanalyseerd’, maar alleen kan worden geoefend en afgedwongen, als bij een jonge hond, totdat er parameters worden gevonden die de gewenste resultaten opleveren.

De enige houding die men ten opzichte van computer - kundige kennis kan aannemen is de epistemologische economie van het teken te accepteren, de beperkende economie van het realisme te accepteren en te buigen voor de ondoorgrondelijke dynamiek van de numerieke beeldvorming. De afbeelding is vervangen door de visualisatie, het vermogen om dat wat zichtbaar is te creëren, om het fysische model te simuleren en te voorkomen dat de computer onder de zware last van abstracte ontologieën instort. Afgescheiden van hun theoretische basisstructuur, simuleren de algorithmische eenheden hun eigen conceptuele identiteit, hun eigen referenten. De computer schenkt ze hun leven, om ze als plaatsvervangers te laten fungeren voor afwezige realiteiten. De interactieve beelden die ze genereren zijn 'gesuperanimeerd', ze simuleren hun eigen bestaan in de digitale ruimte.
De cameraman uit Peeping Tom heeft slechts een manier om de puurste manifestatie van menselijke angst op te roepen: hij confronteert zijn slachtoffers met hun eigen angst voor de naderende dood door een kleine spiegel boven de lens van de camera te plaatsen die hun eigen verwrongen gezichten reflecteert. Door deze angst voor de angst te bestuderen komt Lewis zo dicht als hij kan bij een onderzoek naar de pure menselijke emotie, maar sluit hij de fundamentele oorzaak ervan buiten, zijn raison d etre. De bedreigende spies aan de camera roept de emoties die hij probeert te doorgronden op. De reactie van doodsangst wordt heen en weer gekaatst tussen de camera en de spiegel en zo versterkt, totdat er een zekere afstand ontstaat en het slachtoffer getuige wordt van een emotie die niet langer van hemzelf is.

Wanneer de computer een afbeelding van angst zou kunnen maken, dan zou dit ook puur een oppervlakteverschijnsel zijn, een nabootsing zonder substantie, het gevolg van een ingewikkeld spel van tekens en relaties. Wanneer we de digitale wereld alleen zouden kunnen begrijpen via beelden die door visualisatie-technieken gereflecteerd worden, zou een discussie over hoe die ontoegankelijke wereld er uitziet geen zin hebben. De eindeloze stroom visualisaties van fenomenen die de wetenschapper ontvangt, reflecteert en versterkt zijn begrip van een object dat er niet meer is. Alleen de na-effecten, de verschijningsvormen van zijn gedrag blijven over, genoeg om zijn functioneren te bevestigen maar nooit om zijn innerlijke werking te onthullen, zijn oorzakelijke verbanden. De computer stelt ons niet alleen symbolisch, maar in heel concrete zin in staat alles te zien en niets te begrijpen, de werkelijkheid zo grondig te onderzoeken dat de waarheid voor altijd wordt gedood.

vertaling Anna Abrahams