Mediamatic Magazine vol 5#1+2 Nol De Koning 1 jan 1990

Palinuro

Artiesten

De desertie van een stuurman

Vergroot

Palinuro -

Laat ver in zee die wrede vreemdeling /de vlammen rijzen zien van deze brand/ tot teken van zijn eigen toekomstland! Dit zijn de onheilspellende laatste woorden van Dido, stichtster en koningin van Carthago. Ondanks de idyllische tijd aan het hof van Dido en de smeekbeden tot Aeneas om haar trouw te blijven, vaart hij heimelijk af, zijn hart ompantserd door noodlotsdwang en godenwil. Hij heeH nu eenmaal een goddelijke opdracht te volbrengen: het stichten van het Romeinse wereldrijk. Na het verraad von Aeneas pleegt Dido zelfmoord. Tot ver in zee zijn de vlammen te zien van de brandstapel die zij heeft laten aansteken.

Een somber voorgevoel bekruipt de Trojaanse bemanning. Vooral bij Palinurus, stuurman van Aeneas en protagonist van de video—installatie Palinuro, begint er iets te wringen. Wat is de prijs van het stichten van een rijk dat de wereld zal beheersen? Hoe duur is de plicht tegenover de góden en het vaderland? In hoeverre moet men zich schikken naar het onafwendbaar lijkende wereldlot? Wellicht zijn het dit soort vragen die door Palinurus' hoofd spelen wanneer hij 's nachts, terwijl de zee bedrieglijk kalm is, op het achterplecht de wacht houdt. Op dit moment, juist nu het einddoel van de tocht in zicht is, wordt hij door slaap overmand en met een deel van de plecht en het hele roer in zee geworpen. Na drie dagen door stormen te zijn geteisterd, komt hij aon land, olwaor de plaatselijke bevolking hem vermoordt op hoop van rijke buit. De plaats waar zijn lichaam onbegraven is achtergelaten, is later naar hem vernoemd: Kaap Palinuro.

In Vergilius' Aeneis waarin het lot van Palinurus wordt verhaald, lijkt het overboord vollen niet meer dan een simpel ongeluk. In de video—installatie Palinuro echter wordt, in navolging van de Engelse schrijver Cyril Connolly, Palinurus' val in zee opgevoerd ols een opzettelijke verdwijning, een stil protest tegen de vervloekte goddelijke opdracht en het plichtsbesef van Aeneas (door sommige auteurs wordt de Aeneis van Vergilius zelfs gezien als een bedekte aanklacht tegen Rome en Augustus en niet in de eerste plaats als een nationalistisch lofdicht op het Romeinse Rijk).

Alles in Palinuro draait om het nachtelijke noodlotsuur vóór de dubbelzinnige val in zee, wanneer Palinurus op wacht staat en zijn situatie overdenkt. Voor hem liggen de kust en de vuurtoren, waarvan de rondzwoaiende lichtbundel op de middelste van de drie monitors te zien is, en die, al rondzwoaiend, een foto van de zee aan de wand tegenover de monitors verlicht. Dit vuurtorenlicht is het hoofdmotief van de installatie. Het werpt als het ware licht op het einddoel van de odyssee maar ook op Palinurus' bange voorgevoelens, op de somnia tristia, de droeve, onheilspellende dromen, herinneringen en obsessionele gedachten die in zijn hoofd rondspoken en waarvan de videobeelden heel kalm, in verschillende ritmes verweven met het vuurtorenmotief, op de drie monitors verschijnen en verdwijnen.
Nergens in de installatie komt Palinurus zelf voor, alleen zijn vertwijfelde voorstellingswereld is zichtbaar. Om bij het verbeelden van deze voorstellingswereld niet te vervallen tot een illustratieve beeldenreeks heeft Nol de Koning zich in eerste instantie niet laten leiden door het verhaal zelf maar door de vormprincipes van de Aeneis. Een van de vormprincipes die hem het meest heeft aangesproken, is de elementaire bezieling van het werk in zijn geheel. Alles wordt teken van de ziel. Alles wat zich rond en in het innerlijk van de personages afspeelt, is op zinnebeeldige wijze af te lezen van hemel en aarde, zee en wind, bliksem en vulkanen. De hele Aeneis is doortrokken van de hartstochtelijke krachten van de natuur (Poeschl). Het is dan ook geen wonder dat de keuze van Palinurus' droombeelden wordt bepaald door (zinne)beelden van de elementaire natuurkrachten.

Deze hartstochtelijke krachten van de natuur hebben bij Nol de Koning altijd al een belangrijke rol gespeeld. Zoals bijvoorbeeld in de serie abstracte schilderijen voor de video-installatie Bulicame (1986), die gebaseerd zijn op de landschappelijke beleving van de zevende kring van Dantes Inferno. Nooit echter heeft hij in zijn schilderwerk figuratieve elementen willen opnemen (tanks schilderen als het om geweld gaat), en ondanks het ondervinden van de enge grenzen van het autonome schilderen is hij trouw gebleven aon de uitgangspunten ervan. Er is evenwel een ander medium waarmee hij wel kans ziet om het gestelde thema soms letterlijk, soms allegorisch in beeld te brengen: video.

De reden waarom video hiertoe beter in staat is blijft een puur persoonlijke. De structurerende principes van het schilder- en videowerk zijn dezelfde, maar metvideo weet hij de thematiek, zoals die van het Palinurus-verhaal, op een meer figuratieve wijze uit te werken.

Aeneas' stuurman is gedeserteerd. Nu zijn wij het die als toeschouwers zijn plaats op het achtersteven innemen en in de verduisterde ruimte van de video-opstelling de wacht moeten houden. Nu moeten wij onze penibele situatie overdenken en op onze beurt tot een keuze komen, (MN).